1.
Log in bij de mailbox van de systeembeheerder.
2.
2
2
3.
Voer het nummer in van de mailbox waarnaar het bericht moet worden verzonden.
•
Druk op
#
nummer daarvan op te geven.
4.
2
om te accepteren.
5.
1
om een boodschap op te nemen.
•
Voer
2
in om mailboxnummers toe te voegen. Voer
van de verzendlijst. Voer
6.
1
om het opnemen te stoppen.
7.
2
om te accepteren.
8.
1
1
om het tijdstip van verzending op te geven.
•
1
Voer
9.
Voer de gewenste verzendtijd in, en sluit af met
10.
1
voor AM.
2
voor PM.
•
Deze optie is niet mogelijk als het systeem is geprogrammeerd op 24-uurs weergave.
11.
Voer de dag van de maand in waarop verzending moet plaatsvinden, en sluit af met
Voorbeeld:
•
Als het vandaag 16 februari is en u voert in
worden verzonden.
•
Als het vandaag 16 februari is en u voert in
worden verzonden.
12.
2
om te accepteren.
13.
1
om urgentiestatus aan de boodschap te geven.
2
om verder te gaan.
14.
1
om privéstatus aan de boodschap te geven.
2
om verder te gaan.
Het wachtwoord van de systeembeheerder wijzigen
Als de systeembeheerder een bij zijn funktie behorende taak wil uitvoeren, moet hij eerst zijn wachtwoord
invoeren. Voor een optimale systeembeveiliging raden wij aan een lang wachtwoord te kiezen (maximaal 16
cijfers), dat niet makkelijk geraden kan worden.
•
Zolang het Unified Messaging systeem via Web Maintenance Console wordt geprogram-
meerd, kan de systeembeheerder het wachtwoord van de systeembeheerder niet wijzigen.
Het systeem meldt dan: "Sorry, deze funktie is niet beschikbaar".
1
om volgens naam in te voeren. Gebruik een mailboxgroep door het
in om de verzending van de boodschap te annuleren.
2
in om de boodschap direct te verzenden. Ga dan naar stap 13.
2.2.1 Systeembeheerder-funkties
3
in om een overzicht te krijgen
#
.
1
#
7
, zal de boodschap morgen
5
#
, zal de boodschap op 5 maart
#
.
Gebruiksaanwijzing
293