<Voorbeeld (b)> Twee gebruikers delen samen één telefoon
Gebruiker A
Tst. nr. 101
In werking
Toestelstatus
Gebruiker B
Tst. nr. 102
Buiten werking
In dit voorbeeld werken gebruikers A en B op verschillende tijden en gebruiken hetzelfde toestel. Gebruiker A
stelt de toestelstatus in op "Buiten werking" wanneer hij/zij het werk stopt. Daarna kan gebruiker B de
toestelstatus instellen op "In werking" en kan zijn/haar eigen instellingen op het toestel gebruiken.
De toestelstatus instellen op "Buiten werking"
PT/SLT
Hoorn van
de haak.
Een toestel instellen op In werking-status en uw eigen instellingen beschikbaar maken
PT/SLT
Hoorn van
de haak.
PIN-code
Voer de PIN-code
in (max. 10 cijfers).
•
Voor het gebruik van deze funktie is een persoonlijk identificatienummer (PIN) nodig. Zie
"
Een PIN-code aan uw toestel toewijzen (PIN [Persoonlijk Identificatie Nummer]-co-
de)" in "3.1.1 Aanpassen van uw toestel (Persoonlijke programmering)".
•
Toestelinstellingen kunnen worden omgewisseld tussen een SLT en SLT, PT en PT of SLT
en PT.
Tst. nr. 101
Buiten
Buiten werking
werking
In werking
Tst. nr. 102
Buiten werking
7
2
7
727.
Voer in
PIN: Persoonlijk Identificatie Nummer
7
2
7
727.
Voer in
B-toon
Hoorn op
de haak.
1.13.2 Geavanceerde modus voor Meegaand Toestel
Tst. nr. 101
Buiten werking
Buiten werking
Tst. nr. 102
In werking
In werking
B-toon
Voer in #.
Hoorn op
de haak.
uw toestelnr.
Kies uw toestelnummer.
Voer in
.
In werking
Gebruiksaanwijzing
251