THERMOSTATISCHE AIRCONDITIONING: bedieningsknoppen B en C
B
14
3
1
9
7
8
Wijzigen van de verdeling van
de lucht in het interieur
Druk op de toetsen 7 om de gewenste ver-
deling te kiezen; er verschijnt een bericht in
zone 14.
Ø
De lucht wordt hoofdzakelijk naar
de ontwasemingssleuven onder
de voorruit en de zijruiten voorin gevoerd.
½
De lucht wordt hoofdzakelijk naar
de ontwasemingsroosters in het
dashboard geleid.
¿
De lucht wordt voornamelijk naar
de voetenruimtes gevoerd.
3.16
C
14
3
1
9
8
7
Ø
½
Als
en
tegelijk worden geko-
zen, kan er in de zomer condens verschij-
nen op de voorruit. Kies dit daarom alleen in
½
de winter.
is bedoeld voor een lichte,
aangename luchtstroom.
Als u snel de voorruit wilt ontwasemen, ge-
bruikt u de functie 'helder zicht' door op de
knop 1 te drukken.
(5/5)
Luchtkringloop
Druk, afhankelijk van de auto of het land, op
knop 8 of 9.
NB:
– in de kringloopstand wordt de lucht aan-
gevoerd vanuit de auto en zonder bijmen-
ging van buitenlucht teruggevoerd in het
interieur van de auto.
– de lucht circuleert in de auto zonder bij-
menging van buitenlucht (als u in een
gebied met verontreinigde lucht rijdt enz.)
en doet de temperatuur in het interieur
sneller dalen.
Handmatig gebruik
Druk op knop 8 of 9 om de luchtverversing
handmatig te activeren; er gaat een contro-
lelampje branden.
Bij langdurig gebruik van deze stand kunnen
de ruiten aan de binnenkant beslaan of weer
aanvriezen. Ook zal het in de auto, door
gebrek aan frisse lucht, kunnen gaan stin-
ken.
Schakel deze functie uit door opnieuw op
knop 3 of 8 te drukken.
Via de functie Helder zicht kan de air-
conditioning automatisch inschakelen
om de ramen te ontwasemen.