AUTOMATISCHE AIRCONDITIONING: Knoppen A
A
1
Wijzigen van de
ventilateursnelheid
Normaal zorgt het systeem automatisch
voor de juiste ventilateursnelheid om de
ingestelde temperatuur te bereiken en te
handhaven.
U kunt de ventilatiesnelheid altijd regelen
door te drukken op de knoppen 11 of door
met uw vinger de zone 19 te raken of te
vegen.
Afhankelijk van de auto verschijnt de ven-
tilatiesnelheid, die niet langer automatisch
wordt geregeld, in zone 19 en zone 14.
3.8
11
3
15
14
Regeling van de temperatuur
Er zijn twee typen instellingen:
– gelijkmatige regeling van het interieur;
– instelling van de DUAL-functie om de
linker- en rechterkant los van elkaar te
regelen.
gelijkmatige regeling van het interieur
Gebruik de schakelaar 1.
Regeling in DUAL-functie
Druk op de toets 15 om deze stand in te
schakelen. Gebruik de schakelaar 1 om de
linkerkant te regelen en de schakelaar 3 om
de rechterkant te regelen.
(2/5)
19
11
Het display geeft aan welke temperatuur
is ingesteld.
Als na het starten van de auto de aan-
gegeven temperatuur wordt verhoogd of
verlaagd, heeft dit geen invloed op de
snelheid waarmee de gewenste tempe-
ratuur wordt bereikt. Het systeem zorgt
altijd voor het optimaal verhogen of ver-
lagen van de temperatuur (de ventilatie
start niet direct met de maximale snel-
heid: deze wordt geleidelijk hoger), dat
kan van enkele secondes tot een paar
minuten duren.
Onder normale omstandigheden, tenzij
dit als hinderlijk wordt ondervonden,
moeten de roosters in het dashboard
open blijven.