RUITENWISSERS, -SPROEIERS (6/6)
1
Koplampsproeiers
Koplampen branden
De koplampsproeiers, als de auto hiermee is
uitgerust en de motor draait, komen tegelijk
met de ruitensproeiers in werking als u de
schakelaar 1 ongeveer 2 seconden naar u
toe getrokken houdt.
De koplampsproeiers worden eveneens in-
geschakeld als u de schakelaar van de voor-
ruitsproeier drie keer lang ingedrukt houdt.
N.B.
om de goede werking van de koplamp-
sproeier te waarborgen tijdens de winter,
moet u de sneeuw van de afdekplaatjes van
A
de sproeiers verwijderen en de afdekplaat-
jes van de sproeiers ontdooien met behulp
van een ontdooispray.
B
Het is echter aanbevolen om op regelmatige
tijdstippen hardnekkig vuil op het glas van
C
de koplampen te verwijderen.
D
Als het minimumpeil van de ruitensproeier-
vloeistof nadert, kan het circuit van de ko-
E
plampsproeier lucht aanzuigen.
Vul ruitensproeiervloeistof bij en schakel het
systeem in, bij draaiende motor, om het
weer te vullen.
Controleer bij werkzaamheden
onder de motorkap of de scha-
kelaar van de ruitenwisser in
stand B (uit) staat.
Risico van verwonding.
1.95