AUTOMATISCHE TRANSMISSIE
Stand handgeschakeld
Zet de selecteurhendel 1 in stand D, beweeg
de hendel naar links.
Door de hendel even te verplaatsen, kunt u
handmatig de versnellingen bedienen:
– om naar een lagere versnelling te scha-
kelen, duwt u de hendel even naar voren.
– om naar een hogere versnelling te scha-
kelen, trekt u de hendel even naar achte-
ren.
De ingeschakelde versnelling verschijnt op
het display op het instrumentenpaneel.
2.94
(2/3)
Bijzondere gevallen
Onder bepaalde omstandigheden (bijvoor-
beeld ter bescherming van de motor, bij
werking van het elektronisch stabiliteitspro-
gramma: ESP) kiest de transmissie tijdens
het rijden toch automatisch de juiste versnel-
ling.
Ook kan, om verkeerde manoeuvres te
1
voorkomen, het schakelen door het systeem
geweigerd worden. In dit geval knippert de
aanduiding van de versnelling enkele secon-
des om u te waarschuwen.
Bijzondere omstandigheden
– Als door de helling van de weg of in
bochten de automatische werking niet
gehandhaafd kan worden (bijv. in de
bergen) is het raadzaam om op hand-
matig schakelen over te gaan. Hiermee
voorkomt u het automatisch achter elkaar
schakelen door de versnellingsbak bij
stijgen en is het mogelijk op de motor te
remmen bij lange afdalingen.
– Om bij erg koud weer te voorkomen dat
de motor afslaat, raden wij u aan na het
starten van de motor even te wachten
voordat u de hendel verplaatst van P of
N naar D of R.
Laat om op een helling stil te blijven
staan uw voet niet op het gaspedaal
rusten.
Risico van oververhitting van de auto-
matische versnellingsbak.