DE MOTOR STARTEN, STOPPEN: auto met RENAULT-CARD
1
De RENAULT-card moet zich binnen de de-
tectiezone 1 bevinden.
Om te starten:
– zet voor een auto met automatische
transmissie de hendel in stand P druk het
rempedaal in en druk op de knop 2;
– druk voor een auto met een handmatige
versnellingsbak het rempedaal of koppe-
lingspedaal in en druk op de knop 2. Als
een versnelling ingeschakeld is, is het in-
drukken van het koppelingspedaal vol-
doende om te kunnen starten.
Bijzonderheden
– Als er niet is voldaan aan een van de
startvoorwaarden, verschijnt het bericht
"Druk op rem + START" of "Ontkoppel +
START" of "Selecteer stand P" op het in-
strumentenpaneel.
– In sommige gevallen moet aan het stuur-
wiel worden gedraaid tijdens het indruk-
ken van de startknop 1 om het ontgren-
delen van de stuurkolom mogelijk te
maken. Het bericht "Draai stuurwiel +
START" op het instrumentenpaneel meldt
dit.
(1/5)
"Handsfree" starten met
achterklep open
In dat geval mag de RENAULT-card zich niet
in de bagageruimte bevinden om te vermij-
den dat u ze zou kwijtraken.
2
Verantwoordelijkheid van de
bestuurder tijdens het parke-
ren of stoppen van de auto
Laat nooit, zelfs niet eventjes,
een kind, een afhankelijke volwassene
of een dier in de auto achter als u deze
verlaat.
Ze kunnen zichzelf of anderen in gevaar
brengen door bijvoorbeeld de motor te
starten, organen te bedienen zoals bij-
voorbeeld de ruitbediening, of de portie-
ren te vergrendelen.
Bovendien kan bij warm en/of zonnig
weer de temperatuur in het interieur heel
erg snel oplopen.
LEVENSGEVAAR OF GEVAAR VAN
ERNSTIG LETSEL.
2.5