DODEHOEKWAARSCHUWING
B
C
D
Indicator 6
Op elke spiegel 7 bevindt zich een indica-
tor 6.
Opmerking: reinig de buitenspiegels 7 re-
gelmatig zodat de richtingaanwijzers 6 zicht-
baar blijven.
(3/4)
6
1
6
7
Werking
Deze functie schakelt in:
– als de auto tussen 30 km/u en 140 km/u
rijdt;
– als er zich een auto in de dodehoekzone
bevindt die zich in dezelfde richting ver-
plaatst als uw auto.
Als de auto een andere auto inhaalt, wordt
de indicator 6 enkel ingeschakeld als de in-
gehaalde auto zich langer dan een seconde
in de dode hoek bevindt.
Display B
De functie is ingeschakeld en detecteert
geen enkele andere auto.
Display C
Eerste waarschuwing: de indicator 6 geeft
aan dat een auto is opgemerkt in de dode
hoek.
Display D
Als de richtingaanwijzer is ingeschakeld,
knippert de indicator 6 wanneer een auto
wordt opgemerkt in de dodehoekzone in de
richting waarin u het stuur draait. Als u de
richtingaanwijzer uitschakelt, schakelt de
functie terug naar de eerste waarschuwing
(display C).
NB: de detectiecapaciteit van het sys-
teem volgt een standaardrijvakbreedte
en als u op een smal rijvak rijdt, kan het
auto's op een ander rijvak detecteren.
2.57