Inbedrijfstelling (instellingen van als optie te verkrijgen uitvoeringen)
11.
Inbedrijfstelling (instellingen van als optie te verkrijgen uitvoeringen)
11.1.
Elektronische standmelder EWG 01.1
Technische gegevens
Instelelementen
62
SA 07.2 – SA 16.2/SAR 07.2 – SAR 16.2 meld- en stuureenheid: elektromechanisch
De elektronische standmelder EWG 01.1 strekt tot vaststelling van de stand op
afstand of algemeen tot terugmelding van de stand van de afsluiter. Hij genereert,
op basis van de van de Hall-sensoren (wegopnemers) ontvangen gegevens omtrent
de actuele stand, een stroomsignaal van 0 - 20 mA of 4 - 20 mA.
Tabel 25: EWG 01.1
Gegevens
Uitgangsstroom I
a
1)
Voedingsspanning U
V
Max. stroomverbruik
Max. weerstandsbelasting R
Invloed van de voedingsspanning
Invloed van de weerstandsbelasting
Invloed van de temperatuur
2)
Omgevingstemperatuur
1)
Voedingsspanning mogelijk via: meld- en stuureenheden AC, AM of externe voedingsadapter
2)
Afhankelijk van het temperatuurbereik van de aandrijving: zie typeplaatje
De EWG bevindt zich in het huis van de aandrijving. Voor het instellen dient de
schakelruimte te worden geopend. Zie <Huis van de aandrijving openen>.
Alle instellingen worden via de beide knoppen [S1] en [S2] uitgevoerd.
Afbeelding 67: Zicht op meld- en stuureenheid bij geopend huis van de aandrijving
[S1]
Knop: 0/4 mA instellen
[S2]
Knop: 20 mA instellen
LED Optische hulp voor het instellen
[1]
Meetpunt (+) 0/4 – 20 mA
[2]
Meetpunt (–) 0/4 – 20 mA
Op de meetpunten [1] en [2] kan de uitgangsstroom (meetbereik 0 – 20 mA) worden
gecontroleerd.
3- en 4-draadssysteem
0 – 20 mA, 4 – 20 mA
24 V DC (18 – 32 V)
LED uit = 26 mA,
LED aan = 27 mA
600 Ω
B
AC 01.2 Intrusive
2-draadssysteem
4 – 20 mA
24 V DC (18 – 32 V)
20 mA
(U
– 12 V)/20 mA
V
0,1 %
0,1 %
< 0,1 ‰/K
-60 °C tot +80 °C