SA 07.2 – SA 16.2/SAR 07.2 – SAR 16.2 meld- en stuureenheid: elektromechanisch
AC 01.2 Intrusive
Bij verkeerd aansluiten: gevaarlijke spanning bij NIET aangesloten aardebus!
Elektrische schok mogelijk.
Alle aardingskabels aansluiten.
Aardebus op de externe aardingskabel van de aansluitkabel aansluiten.
Toestel uitsluitend met aangesloten aardingskabel inbedrijfstellen!
7.
Aardingskabel met ringtongen (flexibele kabels), of ogen (massieve kabels)
stevig op de aardebus vastschroeven.
Afbeelding 26: Aansluiting aardingskabel
[1]
Rondstekker female
[2]
Bout
[3]
Sluitring
[4]
Veerring
[5]
Aardingskabel met ringtongen/ogen
[6]
Aansluitpunt aardingskabel, symbool:
8.
Bij afgeschermde kabels: het einde van de kabelafscherming via de kabelwartel
met de behuizing verbinden (aarden).
Elektrische aansluiting
33