Inbedrijfstelling (basisinstellingen)
10.5.
Tussenstanden instellen
Informatie
10.5.1.
Richting DICHT (zwart veld) instellen
10.5.2.
Richting OPEN (wit veld) instellen
58
SA 07.2 – SA 16.2/SAR 07.2 – SAR 16.2 meld- en stuureenheid: elektromechanisch
7.
Indien te ver werd gedraaid (ratelen ná het omspringen van de wijzer): de
instelspindel in dezelfde richting verder draaien en de instelprocedure herhalen.
Aandrijvingen voorzien van een DUO-wegschakelmechanisme beschikken over twee
tussenstandschakelaars. Per richting kan één tussenstand worden ingesteld.
Afbeelding 63: Instellingselementen voor het wegschakelmechanisme
Zwart veld:
[1]
Instelspindel: richting DICHT
[2]
Wijzer: richting DICHT
[3]
Punt: tussenstand DICHT ingesteld
Wit veld:
[4]
Instelspindel: richting OPEN
[5]
Wijzer: richting OPEN
[6]
Punt: tussenstand OPEN ingesteld
De tussenstandschakelaars geven na 177 omwentelingen (meld- en stuureenheid
voor 2 – 500 omw./slag) resp. 1 769 omwentelingen (meld- en stuureenheid voor 1
– 5 000 omw./slag het contact weer vrij.
1.
Afsluiter, in de richting DICHT, in de gewenste tussenstand brengen.
2.
Indien te ver werd gedraaid: afsluiter weer terugdraaien en tussenstand opnieuw
in de richting DICHT benaderen.
Informatie : gebruik bij het instellen van de tussenstand dezelfde draairichting
als later tijdens elektrisch bedrijf.
3.
Instelspindel [1] continu ingedrukt houden en met behulp van een
schroevendraaier in de richting van de pijl draaien, daarbij op wijzer [2] letten:
onder een duidelijk voelbaar en hoorbaar ratelen springt de wijzer [2] steeds
90° verder.
4.
Staat de wijzer [2] 90° voor punt [3]: dan alleen nog langzaam verder draaien.
5.
Springt de wijzer [2] naar het punt [3]: niet meer draaien en de instelspindel
loslaten.
De tussenstand in de richting DICHT is nu ingesteld.
6.
Indien te ver werd gedraaid (ratelen ná het omspringen van de wijzer): de
instelspindel in dezelfde richting verder draaien en de instelprocedure herhalen.
1.
Afsluiter, in de richting OPEN, in de gewenste tussenstand brengen.
AC 01.2 Intrusive