Montage
5.3.3.1. Multi-turn aandrijving met aandrijfvorm B monteren
Hoe te werk te gaan
24
SA 07.2 – SA 16.2/SAR 07.2 – SAR 16.2 meld- en stuureenheid: elektromechanisch
Afbeelding 18: Montage aandrijfvormen B
[1]
Multi-turn aandrijving
[2]
Afsluiter/tandwielkast
[3]
As van de afsluiter/tandwielkast
1.
Controleer of de flenzen op elkaar passen.
2.
Controleer of de aandrijfvorm van de multi-turn aandrijving [1] overeenstemt
met de aandrijfvorm van de afsluiter/tandwielkast resp. as van de
afsluiter/tandwielkast [2/3].
3.
As van de afsluiter resp. tandwielkast [3] licht invetten.
4.
Multi-turn aandrijving [1] plaatsen, let daarbij op de centrering en zorg ervoor
dat de flenzen volledig passen.
5.
Multi-turn aandrijving met bouten volgens tabel monteren.
Informatie : teneinde contactcorrosie te voorkomen adviseren wij de bouten
van vloeibare schroefdraadpakking te voorzien.
6.
Bouten met draaimoment volgens tabel kruisgewijs vastdraaien.
Tabel 13:
Aandraaimomenten voor bouten
Schroefdraad
M8
M10
M16
M20
Aandraaimoment [Nm]
Sterkteklasse A2-80/A4–80
24
48
200
392
AC 01.2 Intrusive