34
Sleutels, portieren en ruiten
Beveiligingsfunctie tijdelijk
deactiveren
Bij een stroeve werking door ijsvor‐
ming e.d. het contact inschakelen en
vervolgens de schakelaar tot aan de
eerste vergrendeling trekken en vast‐
houden. De ruit gaat omhoog zonder
geactiveerde beveiligingsfunctie. Om
de beweging te stoppen, laat u de
schakelaar los.
Kinderbeveiliging voor
achterportierruiten
Druk de schakelaar z in om de
achterste elektrische portierruiten te
deactiveren: de LED licht op. Druk
voor het activeren nogmaals op z.
Ruiten van de buitenzijde
bedienen
U kunt de ruiten op afstand van
buitenaf bedienen.
Houd de toets c ingedrukt om de
ruiten te openen.
Houd de toets e ingedrukt om de
ruiten te sluiten.
Laat de knop los om de ruit te stop‐
pen.
Als de ruiten volledig geopend of
gesloten zijn, lichten de alarmknip‐
perlichten tweemaal op.
Overbelasting
Worden de ruiten in korte tijd meer‐
maals bediend, dan wordt de ruitbe‐
diening enige tijd gedeactiveerd.
Elektrisch bediende ruiten
initialiseren
Wanneer u de ruiten niet automatisch
kunt sluiten (bijv. na het loskoppelen
van de accu), verschijnt een waar‐
schuwingsbericht of -code op het
Driver Information Center.
Boordinformatie 3 126.
Activeer de ruitelektronica als volgt:
1. Portieren sluiten.
2. Ontsteking inschakelen.
3. Trek aan de schakelaar totdat de
ruit gesloten is en blijf nog
2 seconden eraan trekken.
4. Deze handeling uitvoeren voor
alle ruiten.