Centrale vergrendeling
Ontgrendelen en vergrendelen van
portieren, bagageruimte en tankvul‐
klep.
Door aan de binnenste portierhand‐
greep te trekken wordt het desbetref‐
fende portier ontgrendeld. Door nog
eens aan de handgreep te trekken
gaat het portier open.
Let op
Bij een ongeval waarbij de airbags of
gordelspanners in werking treden,
wordt het voertuig automatisch
ontgrendeld.
Let op
Wanneer na ontgrendeling met de
afstandsbediening geen van de
portieren word geopend, worden
deze na korte tijd automatisch
opnieuw vergrendeld.
Ontgrendelen
Toets c indrukken.
U kunt uit twee instellingen kiezen:
● Om alleen het bestuurderspor‐
tier, de bagageruimte en de tank‐
klep te ontgrendelen, drukt u
eenmaal op toets c. Om alle
portieren te ontgrendelen, drukt u
tweemaal op toets c
of
● drukt u eenmaal op toets c om
alle portieren, de bagageruimte
en de tankklep te ontgrendelen
Sleutels, portieren en ruiten
U kunt de instelling veranderen in het
menu Instellingen op het Info-display.
Persoonlijke instellingen 3 133.
U kunt de instelling opslaan voor de
gebruikte sleutel. Opgeslagen instel‐
lingen 3 22.
Ontgrendelen en openen van de
achterklep 3 25.
Vergrendelen
Portieren, bagageruimte en tankvul‐
klep sluiten.
Toets e indrukken.
Bij een niet goed gesloten bestuur‐
dersportier werkt de centrale vergren‐
deling niet.
23