Klimaatregeling
Onderhoud ................................. 160
aanzetten ............................... 160
Service .................................... 160
Klimaatregelsystemen
Verwarmings- en
ventilatiesysteem
Bedieningsorganen voor:
● Temperatuur
● Luchtverdeling
● Luchtdebiet
● Ontwasemen en ontdooien
Verwarmbare achterruit Ü 3 35.
Temperatuur
rood
: warm
blauw : koud
Klimaatregeling
De verwarming werkt pas optimaal
als de motor de normale bedrijfstem-
peratuur heeft bereikt.
Luchtverdeling
s : naar de voorruit en de voorste
zijruiten.
M : naar hoofdhoogte via de verstel-
bare luchtroosters.
K : naar de voetenruimte.
Alle combinaties zijn mogelijk.
Luchtdebiet
Luchtdebiet instellen door de ventila-
torknop in de gewenste stand te
zetten.
151