8. Verwijder het filterpatroon (3) door het tegen de klok
in met de filtersleutel te draaien.
9. Maak het contactvlak van de afdichting van het filter
op de motor schoon.
10. Breng een dun laagje schone olie aan op de
afdichting van het nieuwe filter.
11. Plaats een nieuw filter. Draai het filterpatroon met de
hand rechtsom totdat de afdichting het contactvlak
raakt. Pas op dat u de afdichting niet beschadigt bij
het plaatsen van het filter.
12. Draai het motoroliefilter (2) nog 1-1/4 slag verder
vast met behulp van de filtersleutel.
Haal het niet te strak aan.
13. Verwijder de olievuldop. Vul de motor met de
aanbevolen motorolie. Controleer of het oliepeil na
15 minuten tussen de cirkelmarkeringen op de
peilstok ligt.
Maximale hoeveelheid motorolie: 5,1 L
14. Plaats de olievuldop.
15. Start de motor. Laat de motor 5 minuten lang
langzaam stationair draaien.
16. Controleer of het indicatielampje van de
motoroliedruk op het monitorpaneel onmiddellijk uit
gaat. Als dit niet gebeurt, moet de motor onmiddellijk
afgezet worden en moet de oorzaak opgespoord
worden.
17. Stop de motor. Haal de sleutel uit het contactslot.
18. Controleer op lekken bij de aftapplug.
19. Controleer het oliepeil met de peilstok.
ONDERHOUD
7-14
3
M584-07-087