BESCHERMENDE KLEDING DRAGEN
•
Draag goedzittende kleding en een voor het werk
geschikte veiligheidsuitrusting.
U heeft nodig:
Helm;
Veiligheidsschoenen;
Veiligheidsbril, beschermbril of masker;
Zware handschoenen;
Oorbeschermers;
Reflecterende kleding;
Regenkleding;
Stof- of filtermasker.
Zorg ervoor dat u de juiste uitrusting en kleding draagt.
Neem geen risico's.
• Draag geen loszittende kleding, sieraden of andere
dingen die aan hendels of andere onderdelen van de
machine kunnen blijven haken.
•
Voor een veilige bediening van de apparatuur is de
volledige aandacht van de bestuurder vereist. Draag
geen radio- of walkmanhoofdtelefoon tijdens de
bediening van de machines.
GEHOORBESCHERMING
•
Een lange blootstelling aan veel lawaai kan tot
gehoorproblemen of gehoorverlies leiden.
• Draag gehoorbescherming zoals oorbeschermers of
oordopjes, die u beschermen tegen constante en
onaangenaam harde geluiden.
INSPECTEREN VAN DE MACHINE
•
Inspecteer om persoonlijke ongelukken te voorkomen
elke dag of na afloop van de werktijd de machine door
er omheen te lopen vóórdat u de motor start.
• Zorg dat u alle punten in het hoofdstuk 'CONTROLE
VOOR HET STARTEN' controleert tijdens uw
inspectieronde.
• Controleer of de alarmering voor overbelasting
normaal functioneert, voordat u de machine gebruikt.
Controleer bovendien of deze alarmering tegen
overbelasting normaal functioneert, wanneer het
werkplatform met een object in aanraking komt.
VEILIGHEID
V-3
SA-438
SA-434
SA-435