MACHINE BEDIENEN MET ONDERSTE BEDIENINGSPANEEL
MOTOR STOPPEN
Volg de onderstaande procedures om de motor te
stoppen:
1. Trek de giek volledig in en laat deze zakken.
2. Laat de motor 5 minuten lang langzaam stationair
draaien om de motor en de turbo te laten afkoelen.
3. Draai het contactslot (1) op het onderste
bedieningspaneel in de stand
te stoppen.
NOODSTOP
LET OP:
• Druk de noodstopschakelaar (rood) (2) in om
de motor in noodgevallen te stoppen.
• Zorg dat de oorzaak van het probleem
verholpen is voordat u de motor opnieuw start
door de noodstopschakelaar te deactiveren.
Als de motor meteen weer wordt gestart, kan
dit tot ernstige ongevallen leiden.
OPMERKING:
1. Stop de motor op normale wijze door het contactslot
op het onderste bedieningspaneel in de stand OFF
te zetten.
2. Als de motor opnieuw wordt gestart nadat deze
m.b.v. de noodstopschakelaar (2) is stopgezet, moet
deze schakelaar (2) met de klok mee gedraaid
worden. Begin vervolgens met uw werkzaamheden
nadat u gecontroleerd heeft of het lampje van de
elektrische voeding AAN gaat.
(OFF) om de motor
3-7
1
2
1
M1L5-01-004
M1M6-01-021
2
M1M3-01-008