MACHINE BEDIENEN MET BOVENSTE BEDIENINGSPANEEL
MOTOR STARTEN
LET OP: Start de motor m.b.v. het onderste
bedieningspaneel voordat u het bovenste
bedieningspaneel gebruikt en controleer de
machine voor een veilige werking eerst op
afwijkingen
Volg de onderstaande procedures voor het starten
van de motor:
1. Start de motor m.b.v. het onderste bedieningspaneel.
Voer de opwarmwerkzaamheden uit.
2. Stop de motor na het opwarmen.
3. Draai het contactslot (1) op het onderste
bedieningspaneel in de stand
4. Zet de keuzeschakelaar van de bediening (2) in de
stand
(UPPER).
5. Installeer het werkplatform. Maak de
veiligheidsgordel vast.
6. Claxonneer om omstanders te waarschuwen.
7. Druk de startschakelaar van de motor (3) in om de
motor te starten.
8. Laat de startschakelaar van de motor (3) los zodra
de motor start.
MOTOR STOPPEN
BELANGRIJK: De motor mag niet herhaaldelijk gestart
en gestopt worden. Dit kan schade aan
de accu en/of startmotor veroorzaken.
1. Trek de giek volledig in en laat deze zakken. Verlaat
het werkplatform.
2. Laat de motor 5 minuten lang langzaam stationair
draaien om de motor en de turbo te laten afkoelen.
3. Draai het contactslot (1) op het onderste
bedieningspaneel in de stand
te stoppen.
(ON).
(OFF) om de motor
3-8
1
2
2
3
M1M3-01-010
M1M6-01-011
M1M3-01-011