L. DIVERSEN (Pagina 7-49)
Inspectie of onderhoud
1. Werking bedieningshendel controleren.
2. Doorbuiging rubberen rupsband afstellen en op
beschadigingen controleren.
3. Rubberen rupsband vervangen.
4. Inspuitstuk controleren
5. Klepspeling controleren en afstellen.
6. Timing brandstofinspuiting controleren
7. Compressiedruk motor controleren.
8. Startmotor en wisselstroomdynamo controleren.
9. Radiateur en radiateurdop controleren.
ONDERHOUD
Aant.
8
4
2
2
−
−
−
−
−
1
7-7
Interval (uren)
50
100 250 500 1000 2000
Indien nodig
Indien nodig
Indien nodig