ABRUPTE BEDIENING VERMIJDEN
LET OP: Vermijd een abrupte bediening. De
werknemers kunnen dan van het werkplatform
vallen, doordat de machine kantelt of het
werkplatform hevig trilt. Dit kan ernstig en/of
dodelijk letsel tot gevolg hebben.
Bedien de machine langzaam en voorzichtig.
BASISMACHINE NIET VAN DE GROND
TILLEN
De basismachine mag niet van de grond getild worden
m.b.v. de gieklier en/of de cilinders voor
uitschuiven/intrekken. De giek en/of het werkplatform
kunnen dan beschadigd raken.
ALARM - GELUIDSSIGNALEN EN TE NEMEN
MAATREGELEN
Geluidspatroon Locatie v.d. zoemer
1 piepgeluid
Aan de voorzijde van
(onderbroken)
de bovenbouw aan
de zijkant van het
onderste
bedieningspaneel
2 Pieptoon ⎯
Aan de voorzijde van
(continue)
de bovenbouw aan
de zijkant van het
onderste
bedieningspaneel
3 Pieptoon .
In het bovenste
(onderbroken)
bedieningspaneel
4 Pieptoon ⎯
In het bovenste
(continue)
bedieningspaneel
5 Pieptoon ⎯
Aan de voorzijde van
(continue)
de bovenbouw aan
de zijkant van het
onderste
bedieningspaneel
BEDIENING VAN DE MACHINE
Alarmfuncties
• Alarm machinewerking
• Brandstofalarm
(De zomer gaat af,
wanneer de resterende
hoeveelheid brandstof
minder dan 8 liter
bedraagt.)
Alarm
giekbedieningsketting
• Alarm accuspanning
(De zoemer is te horen,
als de accuspanning tot
onder 8,5 V gedaald is.)
• Alarm machinehoek (De
zoemer gaat af als de
machine meer dan 3°
schuin staat.)
• Oververhittingsalarm
• Alarm motoroliedruk
Overbelastingsalarm
FOUT
Herstelmethode
Wanneer op de voetschakelaar wordt
gedrukt, is gewoonlijk de zoemer te horen.
Wanneer de zoemer te horen is, wanneer
de voetschakelaar losgelaten wordt, moet
u de brandstof controleren. Zo nodig
bijtanken.
Stel de spanning van de giekketting in of
vervang de ketting.
Controleer de waarde in de
spanningsmeter van het bovenste
bedieningspaneel. Wanneer een spanning
van minder dan 8,5 V wordt aangegeven,
moet u de accu's opladen of vervangen.
Is de weergegeven spanning hoger dan
8,5 V, dan moet u de hoekstand van de
machine controleren. Verplaats de
machine naar een vlakker terrein.
Stop onmiddellijk de motor. Controleer het
peil van het koelmiddel en/of de motorolie.
Koelmiddel en/of motorolie naar behoefte
bijvullen.
Controleer het gewicht dat zich op het
werkplatform bevindt. (Is het aanwezige
gewicht hoger dan de toegelaten
belasting, dan moet u het aanwezige
gewicht verlagen tot onder de toegelaten
belasting.)
5-5
M1L5-05-020