Startmethode voor motor bij koud weer...............3-3
Instrumenten controleren na het starten..............3-4
Startaccu's gebruiken...........................................3-5
Motor stoppen ......................................................3-7
noodstop ..............................................................3-7
MACHINE BEDIENEN MET BOVENSTE
BEDIENINGSPANEEL
Start de motor ......................................................3-8
Motor stoppen ......................................................3-8
noodstop ..............................................................3-9
Controle overbelastingsbeveiliging ......................3-9
MACHINE BEDIENEN MET ONDERSTE
BEDIENINGSPANEEL
Werkschakelaars ...............................................3-10
MACHINE BEDIENEN MET BOVENSTE
BEDIENINGSPANEEL
Bedieningshendels en -schakelaars..................3-11
RIJDEN MET DE MACHINE
Bediening voor het rijden .....................................4-1
rijmodusschakelaar..............................................4-2
Voorzorgsmaatregelen voor het rijden.................4-3
Machine op een helling parkeren of stoppen.......4-4
BEDIENING VAN DE MACHINE
Gecombineerde handelingen van giek ................5-1
opwarming ...........................................................5-1
Voorzorgsmaatregelen voor het bedienen
van de machine .............................................5-2
Standaard bediening............................................5-2
Machine op stevige, vlakke ondergrond
plaatsen .........................................................5-2
Overbelading van werkplatform voorkomen ........5-3
Niet direct op andere treden van het
werkplatform gaan staan ...............................5-3
Niet op de leuningen van het werkplatform
gaan staan .....................................................5-3
Voor veiligheid op het werkplatform zorgen.........5-4
Niets van het werkplatform afgooien ...................5-4
Niet werken bij slecht weer ..................................5-4
Vermijd een abrupte bediening. ...........................5-5
Basismachine niet van de grond tillen .................5-5
Alarmsignaal patronen en correctiemaatregelen
(die u moet nemen)........................................5-5
Rubberen rupsbanden gebruiken ........................5-6
Gebruik van werkplatform als kraan vermijden .....5-6
Niets op het bovenste bedieningspaneel
plaatsen .........................................................5-6
Na de afwerking ...................................................5-8
Horizontaal stellen werkplatform..........................5-9
Contactdoos vermogensingang .........................5-10
Contactdoos vermogensuitgang ........................5-10
INHOUD
Transport
Transport over de weg ........................................ 6-1
Laden/lossen op een dieplader en oplegger
met aanhanger .............................................. 6-1
Laden ................................................................ 6-2
Uitladen ............................................................... 6-3
Hijsmethode voor machine.................................. 6-4
ONDERHOUD
Juiste onderhouds- en controleprocedures......... 7-1
De urenteller regelmatig controleren................... 7-2
Gebruik de juiste brandstof en smeeroliën.......... 7-2
Voorbereiding voor inspectie en onderhoud ....... 7-2
Periodieke vervanging van onderdelen............... 7-3
Lijsten inspectie/onderhoud ................................ 7-4
Merknamen van aanbevolen oliën
en smeermiddelen......................................... 7-8
A. Vetsmering .................................................... 7-9
Pen frontuitrusting ......................................... 7-9
Glijplaat ....................................................... 7-10
Zwenklager bodem werkplatform ................ 7-10
Draaiuitrusting bodem werkplatform ........... 7-11
Zwenklager basismachine........................... 7-11
Zwenkvertanding basismachine.................. 7-12
Gewricht bedieningshendel......................... 7-12
B. motor ........................................................... 7-13
Motoroliepeil................................................ 7-13
Motorolie verversen..................................... 7-13
Motoroliefilter vervangen............................. 7-13
C. transmissie .................................................. 7-15
Reductietransmissie rijaandrijving .............. 7-15
D. hydraulisch systeem.................................... 7-17
Inspectie en onderhoud hydraulische
uitrusting................................................ 7-17
Controle hydraulisch oliepeil ....................... 7-19
Carter hydraulische olietank aftappen......... 7-19
Verversing van de hydraulische olie ........... 7-20
Aanzuigfilter schoonmaken ......................... 7-20
Hydraulisch systeem ontluchten ................. 7-21
Vervanging doorstroomfilter ........................ 7-22
Stuuroliefilter vervangen.............................. 7-23
Metalen verbindingskoppelingen
met afdichting........................................ 7-24
buis............................................................ 7-24
slang.......................................................... 7-24
installatie ................................................... 7-25
verwijdering ............................................... 7-25
Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik
van de snelverbinding. .......................... 7-25
E brandstofsysteem........................................ 7-26
Brandstoftank aftappen ............................... 7-27
Brandstoffilter controleren. .......................... 7-27
Brandstoffilter vervangen ............................ 7-28
F. luchtfilter ...................................................... 7-29
Luchtfilterelement reinigen .......................... 7-29
Luchtfilterelementen vervangen .................. 7-29