VEILIG ONDERHOUD UITVOEREN
Om ongelukken te voorkomen:
• Zorg dat u de onderhoudsprocedure begrepen heeft
voordat u aan de slag gaat.
• Houd het werkterrein schoon en droog.
• Spuit niet met water of stoom in de cabine.
• De machine niet smeren en geen onderhoud
uitvoeren terwijl de machine rijdt.
• Houd handen, voeten en kleding uit de buurt van de
aangedreven machinedelen.
Voor het uitvoeren van onderhoud aan de machine:
1. Parkeer de machine op een vlakke ondergrond.
2. Draai de contactsleutel in de stand OFF (uit) om de
motor te stoppen.
3. Laat de druk in het hydraulisch systeem ontsnappen.
4. Haal de sleutel uit het contactslot.
5. Bevestig een bordje 'Niet bedienen' op de
bedieningshendel.
6. Laat de motor afkoelen.
• Als een onderhoudsprocedure moet worden
uitgevoerd terwijl de motor draait, mag de machine
niet onbewaakt achtergelaten worden.
• De basismachine mag nooit van de grond getild
worden m.b.v. de gieklier en/of de cilinders voor
uitschuiven/intrekken.
• Inspecteer bepaalde machinedelen periodiek en
repareer of vervang deze, indien nodig. Zie het
desbetreffende deel in het hoofdstuk "ONDERHOUD"
van deze handleiding.
• Houd alle delen in een goede conditie en zorg ervoor
dat alle delen op de juiste manier zijn gemonteerd.
• Repareer schade onmiddellijk. Vervang versleten of
defecte delen. Verwijder een ophoping van
smeermiddel, olie of gruis.
• Maak de massakabel van de accu (-) los voordat u
werkzaamheden aan de elektrische systemen uitvoert
of gaat lassen aan de machine.
VEILIGHEID
V-15
SA-028
SA-527