NOODSTOPSCHAKELAAR
LET OP: Zorg dat de oorzaak van het probleem
verholpen is voordat u de motor opnieuw start
door de noodstopschakelaar te deactiveren. Als
de motor meteen weer wordt gestart, kan dit tot
ernstige ongevallen leiden.
• Zowel het onderste als het bovenste
bedieningspaneel is voorzien van een
noodstopschakelaar (rood) (1). Druk in geval van
nood op de noodstopschakelaar. De motor en alle
actuatoren worden dan stopgezet.
• Als de motor opnieuw wordt gestart nadat deze m.b.v.
de noodstopschakelaar (1) is stopgezet, moet deze
schakelaar (1) met de klok mee gedraaid worden.
Begin vervolgens met uw werkzaamheden nadat u
gecontroleerd heeft of het lampje van de elektrische
voeding AAN gaat.
VOETSCHAKELAAR
LET OP:
• Als modder, stof of ongerechtigheden zich
ophopen in de voetschakelaar, kan dit leiden
tot een onregelmatige werking. Reinig de
schakelaar en verwijder eventuele
ongerechtigheden voordat de motor wordt
gestart.
• Let op dat de bedieningshendels en/of
schakelaars op het bedieningspaneel niet
verkeerd bediend worden. De machine kan dan
namelijk onverwacht in beweging komen, wat
persoonlijk letsel of de dood tot gevolg kan
hebben.
Trap de voetschakelaar (2) in om deze te bedienen. De
voetschakelaar (2) kan alleen bediend worden als deze
ingetrapt is.
BEDIENINGSSTATION
1-2
1
2
1
M1M3-01-008
M1M3-01-009