VOEDINGSINDICATIELAMPJE (BOVENSTE
EN ONDERSTE BEDIENINGSPANEEL)
Zowel het onderste als het bovenste bedieningspaneel is
voorzien van een voedingsindicatielampje, respectievelijk
(1) en (4).
Als u het onderste bedieningspaneel wilt gebruiken:
Zet de keuzeschakelaar van de bediening (3) in de
stand
(LOWER) en het contactslot (2) in de
stand (ON). Het voedingsindicatielampje (1) op het
onderste bedieningspaneel gaat AAN. Het
indicatielampje blijft AAN terwijl de motor draait.
Als u het bovenste bedieningspaneel wilt gebruiken:
Zet de keuzeschakelaar van de bediening (3) in de
stand
(UPPER) en het contactslot (2) in de stand
(ON). Het voedingsindicatielampje (4) op het bovenste
bedieningspaneel gaat AAN. Het indicatielampje blijft
AAN terwijl de motor draait.
VOLTAGE GAUGE
(UPPER CONTROL PANEL)
Hiermee wordt de accuspanning gecontroleerd.
BEDIENINGSSTATION
1-10
1
2
3
4
M1M3-01-010
M1M6-01-012
M907-01-038