MACHINE BEDIENEN MET ONDERSTE BEDIENINGSPANEEL
WERKSCHAKELAARS
LET OP: Als de bovenwagen zwenkt door het
bovenste bedieningspaneel te bedienen, moet de
bestuurder meebewegen als de bovenwagen
draait. Controleer of de ondergrond veilig is.
BELANGRIJK: Zorg dat het werkplatform en/of de giek
de grond niet raken als u de giek
bedient.
Bediening:
1. Zet de bedieningsschakelaar (1) AAN. Het
motortoerental wordt verhoogd van langzaam
stationair tot snel.
2. Als de zwenkschakelaar (2), de schakelaar voor het
ophijsen/laten zakken van de giek (3), de schakelaar
voor het uitschuiven/intrekken van de giek (4) of de
draaischakelaar (5) worden bediend met de
bedieningsschakelaar (1) AAN, kan elke functie
bediend worden.
3. Zodra een schakelaar wordt losgelaten, keert deze
automatisch terug in de neutraalstand, waarbij de
bovenwagen, giek of werkplaform in deze stand
worden gehouden.
4. De zwenkrichting met de klok mee, gezien vanaf de
bovenzijde van de machine, wordt gedefinieerd als
"RECHTS".
Kantel de hendel naar links om de bovenwagen in de
richting RECHTS te draaien.
5. Kantel de hendel naar links om het werkplatform in
de (A) richting te draaien.
1
2
3-10
Rotatie
Omhoog Halen
Gieklier
Lager
Recht
3
B
A
Uitschuiven
Uitschuiven/intrekken
van giek
Intrekken
Links
M1M3-03-001
M1M3-03-002
4
5