Onderhoud
Brandstoftank
Aftappen van benzine uit de
brandstoftank
MOGELIJK GEVAAR
Onder bepaalde omstandigheden is benzine
uiterst brandbaar en explosief.
WAT ER KAN GEBEUREN
Brand of explosie kan brandwonden bij u
of anderen en schade aan eigendommen
veroorzaken.
GEVAARLIJKE SITUATIES
VOORKOMEN
Benzine altijd buiten aftappen en zorgen
dat de motor afgekoeld is, om brandgevaar
te voorkomen. Eventueel gemorste benzine
opvegen.
Benzine niet aftappen in nabijheid van
open vuur of waar benzinedampen door
een vonk ontstoken kunnen worden.
Bij hanteren van benzine geen sigaar,
sigaret of pijp roken.
1.
Parkeer de machine zo dat de linker voorkant
iets lager staat dan de rechterkant, zodat de
brandstoftank helemaal leeg kan lopen.
Maaikoppeling (aftakas) uitschakelen,
versnelling in neutraal zetten, parkeerrem in
werking stellen en contactsleutel in de stand
"OFF" draaien om de motor af te zetten.
2.
Open de motorkap.
3.
Druk de uiteinden van de slangklem naar elkaar
toe en schuif de slangklem over de brandstof-
slang, naar de brandstoftank toe (Fig. 25).
4.
Trek de brandstofslang van het filter (Fig. 25) en
laat de benzine in een benzineblik of opvangbak
lopen.
32
NB.:
Omdat de tank nu toch leeg is, is dit
een goed moment om het
brandstoffilter te vervangen.
5.
Steek de brandstofslang op het filter. Schuif de
slangklem over de slang heen tot dicht bij het
filter, om de slang op het filter vast te zetten.
Figuur 25
1. Slangklem
2. Brandstofslang
Brandstoffilter
Onderhoudsinterval/Specificatie
Vervang het brandstoffilter na elke 100 bedrijfsuren
of elk jaar, waarbij de kortste periode moet worden
aangehouden.
Brandstoffilter vervangen
U kunt het brandstoffilter (Fig. 25) het best vervangen
als de brandstoftank leeg is. Na verwijderen nooit een
vuil filter opnieuw aan de brandstofslang monteren.
1.
Maaikoppeling (aftakas) uitschakelen,
versnelling in neutraal zetten, parkeerrem in
werking stellen en contactsleutel in de stand
"OFF" draaien om de motor af te zetten.
2.
Open de motorkap.
2
1
3
m–1873
3. Filter