Gebruiksaanwijzing
Parkeerrem
Stel de parkeerrem altijd in werking wanneer u de
machine stopt of deze onbeheerd achterlaat.
Parkeerrem in werking stellen
1.
Trap het koppeling/rempedaal (Fig. 2) in en
houd het ingetrapt.
2.
Beweeg de parkeerremhendel (Fig. 2) omhoog
en laat het koppeling/rempedaal langzaam
opkomen. Het koppeling/rempedaal moet in de
ingetrapte (vergrendelde) stand blijven staan.
Parkeerrem lossen
1.
Trap het koppeling/rempedaal (Fig. 2) in. De
parkeerremhendel moet nu vrijkomen.
2.
Laat het koppeling/rempedaal langzaam
opkomen.
2
Figuur 2
1. Koppeling/rempedaal
14
1
m–1880
2. Parkeerremhendel
Bestuurdersstoel instellen
U kunt de stoel naar voren en naar achteren
verschuiven. De positie van de stoel moet zo zijn dat
u de machine het best kunt bedienen en dat u
comfortabel zit.
1.
Til de zitting op en draai de instelknop los
(Fig. 3).
2.
Verschuif de zitting in de gewenste positie en
draai de knop weer vast.
Figuur 3
1. Instelknop
Koplampen
Sommige modellen kunnen als optie met koplampen
worden uitgerust. Met de schakelaar op het dashboard
(Fig. 1) zet u de koplampen "AAN" of "UIT". De
koplampen branden alleen als de motor loopt en de
schakelaar op "AAN" staat.
1
m–1862