2 Veiligheid
(5)
Elektrische veiligheid
De elektriciteitsstand van elektrische hydraulische machines werkt op 380 - 415 V ac, 50/60 Hz.
Werkzaamheden aan het elektrisch systeem of de apparatuur van de machine dienen door een
vakkundig elektricien of door opgeleid personeel onder toezicht en begeleiding van een vakkundig
elektricien en in overeenstemming met de geldende elektrotechnische regels en voorschriften
uitgevoerd te worden.
Gebruik uitsluitend originele zekeringen met het voorgeschreven vermogen. Schakel de installatie
onmiddellijk uit in geval van een storing in het elektrische systeem.
Machines met hoogspanningsapparatuur moeten op geschikte wijze geaard worden door een
vakkundig elektricien, voordat de hoofdisolatieschakelaar wordt geactiveerd. Als de machine
elektrisch-hydraulisch of direct elektrisch wordt aangedreven, moet de netstroom naar de
machine altijd afgezonderd worden door het contact uit te zetten. Het wordt aanbevolen om een
aardlekschakelaar te bevestigen aan de toevoerleiding naar het vermogenspunt ter plaatse. Zorg
ervoor dat de aardverbindingen goed zijn aangesloten.
Tijdens werkzaamheden aan de machine, dient u een veilige afstand tot hangende stroomkabels
te behouden. Bij het werk in de buurt van hangende stroomkabels moet alle apparatuur voldoende
ver uit de buurt worden gehouden. Controleer de voorgeschreven veilige afstanden.
Indien de machine in contact komt met een stroomvoerende kabel:
• Waarschuw anderen om niet dichterbij te komen en de machine niet aan te raken.
• Zorg ervoor dat de stroomvoerende draad wordt ontkracht.
Indien in de voorschriften vermeld, dient de voeding te worden afgesloten naar alle
machineonderdelen en inrichtingen waar inspectie-, onderhouds- of reparatiewerk aan uitgevoerd
moet worden. Voordat de werkzaamheden worden gestart, moet u de ontkrachte onderdelen
op spanning controleren en aarden of kortsluiten. Ook moeten de nabijgelegen stroomvoerende
onderdelen en elementen geïsoleerd worden.
De elektrische apparatuur van de installatie dient regelmatig geïnspecteerd en gecontroleerd te
worden. Defecten zoals loszittende aansluitingen of verschroeide of beschadigde kabels, moeten
onmiddellijk gerepareerd worden.
Voer alleen de benodigde werkzaamheden aan stroomvoerende onderdelen of elementen uit als
een tweede persoon aanwezig is, die in geval van gevaar de voeding kan onderbreken door de
noodstopknop of de hoofdschakelaar te activeren. Baken de werkruimte af met een rood-witte
veiligheidsketting en een waarschuwingsbord. Werk uitsluitend met geïsoleerd gereedschap.
Alvorens werk te verrichten aan hoogspanningsapparatuur en nadat de stroom is uitgeschakeld,
moet de voedingskabel worden geaard en moeten onderdelen zoals condensatoren worden
kortgesloten met een aardingsstaaf.
Machines met rupsbanden hebben een negatieve aardverbinding. Let altijd op de juiste polariteit.
Koppel altijd eerst de accu los voordat u onderhoud aan de elektrische uitrusting verricht of
de motor een beurt geeft. Zorg ervoor dat er nooit kortsluiting ontstaat bij de polen van een
accu, omdat dit brand kan veroorzaken en het elektrische systeem kan beschadigen. Als er
laswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd aan de machine, is het van essentieel belang
dat de voeding wordt geïsoleerd.
De accu bevat zwavelzuur, een elektrolyt dat ernstige brandwonden kan veroorzaken en explosieve
gassen kan produceren. Draag persoonlijke beschermingsmiddelen en vermijd contact met de
huid, de ogen of kleding.
1 maart 2013
Blz. 2-26
Herziene versie 1.0
Handleiding
883