11 Verklarende woordenlijst
Transportband, mobiel
Een band die op een mobiele, zelf-aangedreven structuur ligt. Deze banden worden meestal
voor bulkmateriaal gebruikt.
Transportband, draagbaar
Een draagbare transportband is niet zelf-aangedreven en heeft gewoonlijk steunen die voor de
verplaatsing zorgen.
Transportband, schroef
Een bandschroef die draait in een stationaire trog met de juiste vorm of in een behuizing met
aangebrachte hangers, trogeinden en andere hulpaccessoires.
Afsluitklep
Een hydraulische klep die een bewegingsfunctie van de machine uitvoert.
Ontlast
De druk van een element af halen, bijv. een band, hydraulisch systeem.
Afvoergebied
Het gebied waar het materiaal door de machine wordt gelost.
Flexibele as
Een as die kan worden gemonteerd aan een freespen en die wordt gebruikt om de installatie te
slepen.
Stuurinrichting
Het totaal van alle benodigde structurele, mechanische en elektrische elementen die de kracht
voorzien om van richting te veranderen.
Aandrijftrommel
De trommel die de transportband aandrijft. Wordt soms ook de koptrommel genoemd.
Niet-aandrijftrommel
De trommel in de transportband die niet wordt aangedreven. Wordt soms ook de achtertrommel
genoemd.
Trommelbekleding
Gemaakt van rubber en rond de aandrijftrommel gelijmd om de transportband te grijpen.
Toevoerband
De band die wordt gebruikt om het materiaal van de hopper naar de hoofdband te verplaatsen.
Opnametrechter
Een uitgeschoven metalen rand onderaan de hoofd-, achter- en zijbanden.
Toevoereenheid
De band die het materiaal op gelijkmatige wijze naar de schuine band verplaatst.
Tankdop
Een dop die wordt gebruikt om een tank af te dichten en die wordt verwijderd om de tank te vullen.
Fijn materiaal
Materiaal dat door het onderste zeefdek wordt gescreend en wordt afgevoerd op de eindband.
Rij van vier
Een rij van hydraulische regelkleppen die worden gebruikt om de functies van de machine te
regelen.
1 maart 2013
Blz. 11-2
Herziene versie 1.0
Handleiding
883