9 Onderhoud
(b)
Motorolie en filter vervangen
1.
Laat de motor draaien om ervoor te zorgen dat de olie warm is. Zo kan de olie beter stromen,
bovendien zullen er bij koude olie deeltjes op de bodem terechtkomen die niet wegstromen.
2.
Stop de motor en open de vuldop (item 1, raadpleeg Figuur 9.40).
3.
Verwijder de afvoerplug onder de motor en laat de olie wegstromen naar een externe container
die groot genoeg is om alle olie te bevatten.
4.
Wanneer alle olie is weggestroomd, zet u de afvoerplug terug op zijn plaats. Draai het filter
(item 1, raadpleeg Figuur 9.41) los en doe het van de hand. Vervang het door een nieuw
filter en draai het met de hand aan. Controleer het oliepeil. Raadpleeg 9.7.3 (a).
(c)
Luchtfilterelementen vervangen
(Meer informatie over onderhoud aan het motorluchtfilter staat in de motorhandleiding)
Als om enige reden het luchtfilter geblokkeerd raakt, zal de service-indicator van het luchtfilter
automatisch de motor uitschakelen. DRUK OP DE RESETKNOP op de voorzijde van de service-
indicator en volg de startprocedure van de motor.
Het luchtfilter moet vervangen worden wanneer het lampje (item 1, raadpleeg Figuur 9.42) rood
oplicht. Wanneer dit gebeurt, moet de machine worden stilgezet en moet het filter onmiddellijk
worden vervangen.
1 maart 2013
Blz. 9-40
PROCEDURE
1
Figure 9.41 - CAT-oliefilter
OPMERKING
Herziene versie 1.0
TIRC00272
Handleiding
883