9 Onderhoud
(4)
Olietank, leidingen en fittingen
Hydraulische vloeistof onder hoge druk kan de huid penetreren en ernstig letsel veroorzaken.
Om verontreiniging te voorkomen, is de olietank van uw machine afgedicht. Toegang tot de tank
is mogelijk via de inspectiedeurtjes bovenop de tank en onder de vuldop. De buitenkant van de
tank moet grondig gereinigd worden, voordat deze deurtjes worden verwijderd.
Het is erg belangrijk dat de hydraulische leidingen en slangen regelmatig op lekkage, schuurplekken
en slijtage worden gecontroleerd. Losse fittingen moeten goed vastgezet worden. Versleten of
lekkende slangen moeten vervangen worden. Vervangende slangen zijn op verzoek verkrijgbaar.
(5)
Hydraulische filters en olie vervangen
Uitschakelen en vergrendelen. Haal alle hydraulische druk van de machine af, voordat u eraan
begint te werken.
Hydraulische vloeistof onder hoge druk kan de huid penetreren en ernstig letsel veroorzaken.
Het wordt ten sterkste aangeraden zowel het zuig- als het terugloopfilter te vervangen wanneer
de hydraulische olie wordt ververst.
(a)
Terugloopfilters vervangen
1.
Laat de motor op volle snelheid draaien en zorg ervoor dat alle hydraulische apparatuur
functioneert.
2.
Draai de toegangsdeksels (item 1, raadpleeg Figuur 9.15) van de hydraulische tank op het
dak van het motorvak aan linker- en rechterzijde open.
3.
Zet de motor uit en zet alle regelhendels terug op neutraal.
4.
Open de vuldop om de druk in de tank af te laten.
5.
Reinig het gebied rondom de terugloopfilters om ervoor te zorgen dat er geen vuil in de
hydraulische olie terecht kan komen wanneer de filters worden vervangen.
1 maart 2013
Blz. 9-24
n GEVAAR
n GEVAAR
PROCEDURE
1
Figure 9.15 - Beschermkap van de hydraulische tank
Herziene versie 1.0
TIRC00269
Handleiding
883