7 Standaardbedrijfsprocedures
7.3
Machine starten
(1)
Standaard CAT-motor (Klasse 3)
De motor moet worden gestart om hydraulisch vermogen te leveren aan alle functies.
Voorafgaand aan de bediening moet u de veiligheidsinformatie in deze handleiding lezen en
begrijpen.
U mag de motor niet starten als de genoemde lampjes niet oplichten.
Voorverwarmen is meestal nodig als de omgevingstemperatuur lager is dan nul graden Celsius.
1.
Controleer het motoroliepeil en het brandstofpeil en vul het zo nodig bij.
2.
Gasklep (item 7, raadpleeg Figuur 7.1) op stationair zetten.
3.
Contactsleutel (item 8, raadpleeg Figuur 7.1) op AAN zetten (item 9, raadpleeg Figuur 7.2).
» De volgende waarschuwingslampjes gaan op het bedieningspaneel branden.
• Wisselstroomdynamo met rood lichtje (item 1, raadpleeg Figuur 7.1).
• Oliedruklamp met rood lichtje (item 2, raadpleeg Figuur 7.1).
• Een groen lichtje (item 3, raadpleeg Figuur 7.1) moet gaan branden, wat betekent dat de
machine gebruiksklaar is.
• Een groen lichtje (item 4, raadpleeg Figuur 7.1) moet gaan branden, wat betekent dat de
brandstof ingeschakeld is.
• Lampjes (items 5 & 6, raadpleeg Figuur 7.1) zullen twee seconden oplichten en vervolgens
doven.
4.
Zet nu de sleutel in de positie (item 2, raadpleeg Figuur 7.2). De motor zal aanslingeren en
opstarten na een waarschuwingstoon van ongeveer 7 seconden.
1 maart 2013
Blz. 7-4
n WAARSCHUWING
OPMERKING
PROCEDURE
1
2
3
4
5
6
7
Figure 7.1 - Startpaneel en gashendel
Herziene versie 1.0
8
Handleiding
883