7 Standaardbedrijfsprocedures
Waarschu-
wingslampje
Aan
Uit
Aan
Aan
Knippert
Knippert
Aan
1 maart 2013
Blz. 7-18
Table 7.5 - Logica indicatorlichtjes
Uitschake-
Lampstatus
llampje
Aan
Lampcontrole
Geen
Uit
storingen
aanwezig
Actieve
uit
diagnose
Decelereren
(vanwege
Knippert
actieve
diagnose)
Waarschuwing
Uit
(alleen
waarschuwing)
Decelereren
Knippert
(waarschuwing
en deceleratie)
Motor schakelt
Aan
uit
Herziene versie 1.0
Beschrijving
Wanneer de motor wordt
ingeschakeld op de EMS
lichten beide lampjes twee
seconden op, waarna ze
doven.
Met beide lampjes uit terwijl
de motor draait, zij er geen
actieve waarschuwingen,
diagnoses of gebeurtenissen.
Als het waarschuwingslampje
brandt terwijl de motor
draait, dan is er een actieve
diagnose (elektrische storing).
Als het waarschuwingslampje
brandt en het uitschakellampje
knippert wanneer de motor
draait, dan wijst dit op een
actieve diagnose (elektrische
storing). De diagnose is
ernstig genoeg, zodat de
motor moet decelereren.
Als de waarschuwingslamp
knippert terwijl de motor
draait, dan zijn een of
meer motorbeveiligingen
overschreden, maar niet
zover dat de motor moet
decelereren of uitschakelen.
Als de waarschuwingslamp
en de uitschakelingslamp
knipperen terwijl de motor
draait, dan zijn een of
meer motorbeveiligingen
overschreden, zodat de motor
moet decelereren.
Als de waarschuwingslamp
en de uitschakelingslamp
gaan branden terwijl de motor
draait, dan doet zich een van
deze situaties voor:
1. Er zijn één of meer
beschermingswaarden voor
de motor overschreden.
2. Er is een ernstige actieve
diagnose vastgesteld.
Kort daarna (de periode moet
ingesteld worden), schakelt
de motor uit.
Motorstatus
Contactsleutel op aan,
maar motor is nog niet
aangezwengeld.
Motor draait zonder
storingen.
Motor draait, maar
er zijn één of meer
storingen van het
motorbeheersysteem.
De motor draait, maar
heeft een of meer actieve
diagnoses die ervoor
hebben gezorgd dat de
motor decelereert.
De motor draait
normaal, maar een of
meer gecontroleerde
motorparameters vallen
buiten het toegelaten
bereik.
De motor draait, maar
een of meer van
de gecontroleerde
motorparameters heeft de
motorbeveiligingsdrempel
overschreden en de
motor decelereert.
De motor schakelt
uit of schakelt
binnenkort uit. Een of
meer gecontroleerde
motorparameters
hebben alle
waarschuwingsniveaus
overschreden en de
motor schakelt uit. Of er
is een ernstige actieve
diagnose vastgesteld.
Handleiding
883