7 Standaardbedrijfsprocedures
(a)
Een transmitter op een bestaande ontvanger programmeren
Er kan slechts één zender samen de ontvanger functioneren. Als er al een andere zender op
de ontvanger was geprogrammeerd, wordt deze automatisch gewist zodra een nieuwe zender
wordt geprogrammeerd.
1.
Zorg ervoor dat de machine veilig is en dat de motor is uitgezet.
2.
Open het deksel van de ontvanger door de vier dekselschroeven te verwijderen.
3.
Laat het deksel voorzichtig onder de hoofdkast hangen, aangezien de antenne aan het
deksel vast zit. U ziet de printplaat.
4.
Schakel de transmitter in die geprogrammeerd moet worden, door op de aan/uit-knop te
drukken.
5.
Houd de transmitter-programmaknop van de printplaat van de ontvanger twee seconden
ingedrukt.
» De programmeer-led van de transmitter licht rood op.
6.
Druk op een knop van de transmitter die geprogrammeerd moet worden (maar NIET de
aan-/uitknop).
» De programmeer-led van de transmitter begint te knipperen.
7.
Druk op de omhoog en omlaag knoppen op de transmitter - het bijbehorende relais activeert
op de printplaat van de ontvanger. Dit wordt aangegeven doordat de bijbehorende relais-
led rood oplicht.
8.
Zet de afdekking van de ontvanger terug op zijn plaats en schroef de vier schroeven van het
deksel vast. De transmitter is nu op de ontvanger geprogrammeerd.
1 maart 2013
Blz. 7-46
OPMERKING
PROCEDURE
1
2
Figure 7.57 - Dekselschroeven van de externe toevoerontvanger
Herziene versie 1.0
3
4
TIRC00467
Handleiding
883