3.
Verwijder het gaas (item 1, raadpleeg Figuur 9.26).
4.
Reinig de zeefkast aan weerszijden waar het gaas vastgeklemd is. Controleer en zorg ervoor
dat de buffers in goede staat verkeren. (Vervang zo nodig).
5.
Plaats het nieuwe gaas op de zeef en centreer het. Voor deze procedure zijn minstens 2
personen nodig.
6.
Plaats één van de klemmen op de zeefbak en zet hem vast, beginnende met de onderste
bout en moer (item 4, raadpleeg Figuur 9.26) en draai hem lichtjes aan.
7.
Plaats de klem aan de andere kant en zet hem op zijn plaats vast (item 1, raadpleeg Figuur
9.27).
8.
Bij het aandraaien gaat u van de ene kant naar de andere, volg daarbij de volgorde van de
cijfers weergegeven in Figuur 9.28.
9.
Begin opnieuw met de onderste bouten en moeren en draai ze opnieuw aan.
Handleiding
883
Figure 9.27 - Bouten voor gaasbevestiging
16
13
12
9
8
5
4
1
Figure 9.28 - Volgorde voor het aanhalen van bouten
Herziene versie 1.0
1
TIRC00403
1-16
15
14
11
10
7
6
3
2
TIRC00352
Onderhoud 9
1 maart 2013
Blz. 9-31