Praktische informatie
terwijl het laadniveau van de tractiebatterij laag
of hoog is. Een goed laadniveau ligt tussen 20
en 40%.
– Laad de auto niet te vaak door snelladen op.
– Zorg dat de auto niet langer dan 24 uur wordt
blootgesteld aan temperaturen lager dan -30 °C
en hoger dan +60 °C.
– Laad de auto niet op bij temperaturen onder
nul (behalve als de auto langer dan 20 minuten
heeft gereden) of hoger dan +30 °C.
– Gebruik de tractiebatterij van de auto niet om
energie te genereren.
– Gebruik geen generator om de tractiebatterij
van de auto op te laden.
Voorzorgsmaatregelen
Plug-in hybride- of elektrische auto's zijn ontwikkeld
in overeenstemming met de richtlijnen voor
blootstellingslimieten voor elektromagnetische
velden, zoals uitgegeven door de International
Commission on Non-Ionizing Radiation
Protection (ICNIRP - Richtlijnen 1998).
Dragers van pacemakers of vergelijkbare
apparaten
Als u een pacemaker of vergelijkbaar
apparaat draagt, raadpleeg dan uw arts of de
fabrikant van het elektromedische apparaat voor
voorzorgsmaatregelen die u moet nemen of
instructies die u moet volgen om ervoor te zorgen
dat het apparaat goed werkt in een omgeving die
voldoet aan de aanbevelingen van de ICNIRP.
172
In geval van twijfel
Opladen via een normaal stopcontact
of versneld opladen (type 2 of 3): blijf niet in
of in de buurt van de auto, of in de buurt van
de laadkabel of de laadeenheid, zelfs niet voor
korte tijd.
Snelladen (modus 4; Elektrisch): gebruik het
systeem niet zelf en komt niet in de buurt van
openbare snelladers. Verlaat het gebied en vraag
iemand anders om het voertuig op te laden.
Regeleenheid (mode 2)
POWER
Groen: elektrische verbinding tot stand
gebracht; het laden kan beginnen.
CHARGE
Knippert groen: bezig met laden of
voorverwarming geactiveerd.
Brandt permanent groen: laden voltooid.
FAULT
Rood: storing; laden niet toegestaan of moet
onmiddellijk worden gestopt. Controleer of alle
aansluitingen in orde zijn en of de elektrische
installatie niet defect is.
Als het controlelampje niet uit gaat, neem dan
contact op met een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats.
Als u de laadkabel in een normaal stopcontact
steekt, gaan alle controlelampjes kort branden.
Als er geen controlelampjes gaan branden,
controleer dan de zekering van het normale
stopcontact:
– Als de zekering is gesprongen, neem dan contact
op met een elektricien om te controleren of uw
elektrische systeem geschikt is en om eventuele
reparaties uit te voeren.
– Als de zekering niet is gesprongen, gebruik de
laadkabel dan niet meer en neem contact op met
een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
Label regeleenheid - Aanbevelingen
Lees voor gebruik het instructieboekje.
1.
Bij verkeerd gebruik van deze laadkabel
kunnen er brand, schade aan eigendommen
en ernstig of dodelijk letsel door elektrocutie
ontstaan!