Rijden
De obstakels kunnen verder weg lijken dan
ze in werkelijkheid zijn.
Tijdens het manoeuvreren moet u de zijkanten
van de auto via de buitenspiegels in de gaten
houden.
De parkeersensoren geven ook extra informatie
over het gebied rondom de auto.
Standaardweergave
Afhankelijk van de omstandigheden kan het gebied
achter of voor uw auto op het scherm worden
weergegeven.
De blauwe lijnen (aan de achterzijde) / oranje lijnen
(aan de voorzijde) (1) geven de breedte van de auto
weer met uitgeklapte buitenspiegels; ze verplaatsen
zich afhankelijk van de stand van het stuurwiel.
De rode lijn (2) geeft een afstand van 30 cm vanaf
de achter- of voorbumper aan; de twee blauwe lijnen
(aan de achterzijde) / oranje lijnen (aan de voorzijde)
(3 en 4) geven een afstand van respectievelijk 1 m
en 2 m aan.
Deze weergave is automatisch beschikbaar of door
deze te selecteren in het zijmenu links.
164
Panoramische weergave
Met de panoramische weergave achter of voor
kunt u een parkeerplaats verlaten waarbij u op de
nadering van voertuigen, voetgangers of fietsers
kunt anticiperen.
Wij raden u aan om deze weergave niet tijdens de
gehele manoeuvre te gebruiken.
Deze weergave is alleen beschikbaar door deze te
selecteren in het zijmenu links.
Zijweergaven
Met de zijweergave links/rechts kunt u de omgeving
aan elke kant van de auto bekijken (zoals een
trottoir, een lage muur of een ander voertuig dat
naast de auto is geparkeerd).
► Selecteer de betreffende weergave in de
weergave van bovenaf van de auto.
Het geselecteerde gebied wordt geel en de
zijweergave verschijnt in het midden van het
scherm.
Wij raden u aan om deze weergave niet tijdens de
gehele manoeuvre te gebruiken.
Verkeerswaarschuwing
achter
Raadpleeg voor meer informatie de
algemene adviezen over het gebruik van
de rij- en parkeerhulpsystemen.
Wanneer de achteruitversnelling wordt ingeschakeld
terwijl de motor draait of als er achteruit wordt
gereden met een snelheid van maximaal
10 km/h, waarschuwt dit systeem voor naderende
obstakels (zoals voetgangers, fietsers, voertuigen,
vrachtwagens en motorfietsen) in de dode hoeken
achter de auto, met behulp van de radars die in de
bumper zijn gemonteerd.