Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Dit systeem signaleert de aanwezigheid van
obstakels binnen de detectiezone van de sensoren
die zich in de baan van de auto, zoals bepaald door
de stand van het stuurwiel, bevinden.
In het weergegeven voorbeeld worden, afhankelijk
van de uitvoering, alleen de obstakels die zich in het
gestreepte gebied bevinden door het geluidssignaal
gesignaleerd.
De bestuurder wordt via een onderbroken
geluidssignaal gewaarschuwd bij het naderen van
obstakels. De frequentie van het geluidssignaal
neemt toe naarmate de auto het obstakel nadert.
Zodra de afstand tussen de auto en het obstakel
kleiner dan ongeveer dertig centimeter is, klinkt het
geluidssignaal ononderbroken.
U hoort via de luidspreker (rechts of links) aan welke
zijde van de auto het obstakel zich bevindt.
Het geluidssignaal wordt automatisch onderbroken
wanneer de auto enkele seconden stilstaat.
Het geluidssignaal wordt automatisch hervat als de
auto weer rijdt of als het obstakel de auto nadert.
Het geluidssignaal bij detectie
aanpassen
Door op deze toets te drukken wordt het
venster geopend waarop u het volume
van het geluidssignaal kunt instellen.
Als u op deze toets drukt, wordt het
geluidssignaal gedempt of weer
ingeschakeld.

Grafische weergave

Dit is een aanvulling op het geluidssignaal, waarbij
geen rekening worden gehouden met de rijrichting
van de auto. Dit systeem geeft met balken op het
scherm de afstand tussen het obstakel en de auto
aan (wit: veraf, oranje: in de buurt en rood: heel
dichtbij).
Als de auto het obstakel zeer dicht is genaderd,
verschijnt het symbool "Gevaar" op het scherm.
Het displayvenster van het systeem
sluiten
Wanneer u op deze toets drukt, wordt het
displayvenster van het systeem gesloten.
Dit waarschuwingslampje knippert op het
instrumentenpaneel wanneer er een obstakel
wordt gedetecteerd.
Geluidssignalen dempen / Grafische
weergave sluiten
Als het geluidssignaal voor detectie wordt
gedempt of als het displayvenster van het
systeem door de bestuurder wordt gesloten
terwijl het obstakel wordt gedetecteerd, dan
blijft alleen het waarschuwingslampje op het
instrumentenpaneel knipperen.
Parkeerhulp vóór
De parkeerhulp vóór is een aanvulling op de
parkeerhulp achter en wordt geactiveerd zodra er bij
een rijsnelheid van maximaal 10 km/h vóór de auto
een obstakel wordt gedetecteerd.
De werking van de parkeerhulp vóór wordt
onderbroken als de auto langer dan drie
seconden stilstaat terwijl een versnelling vooruit
is ingeschakeld, als er geen obstakel meer wordt
gedetecteerd of als de auto harder dan 10 km/h rijdt.
Het geluid uit de luidspreker (voor of achter)
geeft de positie van het obstakel ten
opzichte van de auto aan (voor of achter).
Uitschakelen / inschakelen
(Afhankelijk van het land waar het voertuig is
verkocht)
Rijden
6
159

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

308 2021308 2022

Inhoudsopgave