Ze zijn alleen beschikbaar als de
tractiebatterij voldoende is opgeladen.
De volgende vijf functies kunnen niet worden
uitgeschakeld.
e-Launch
Als de benzinemotor is uitgeschakeld, kan de auto
met deze functie elektrisch rijden zonder dat de
prestaties daaronder lijden.
Als het gaspedaal wordt ingedrukt, begint de auto
te rijden zodra stand D of R van de automatische
transmissie wordt geselecteerd.
e-Creeping
Als de benzinemotor is uitgeschakeld en het
rempedaal wordt losgelaten, laat deze functie de
auto in de elektrische stand vooruit of achteruit
rijden, zodra stand D of R van de automatische
transmissie wordt geselecteerd.
e-Queueing
Met deze functie kan de auto een rij voertuigen
volgen, waarbij de auto meerdere keren wordt
gestopt en weer gestart, met behulp van de
functies e-Creeping en e-Launch, en de elektrische
rijstanden.
e-Parking
Met deze functie kan de auto bij een lagere
snelheid en met behulp van de elektromotor worden
geparkeerd als stand D of R van de automatische
transmissie is geselecteerd.
e-Boost
Met deze functie kunnen de benzinemoto en de
elektromotor tegelijkertijd werken, in combinatie met
de automatische transmissie.
Als het gaspedaal helemaal wordt ingedrukt
("kick-down"-functie) en de tractiebatterij volledig
is opgeladen, dan kan het koppel van alleen de
benzinemotor worden overschreden door het extra
koppel van de elektromotor.
Als het rempedaal meerdere keren wordt
ingedrukt, wordt de benzinemotor weer
gestart voor extra remondersteuning.
Bijzonderheden van de handbediende
stand
De transmissie schakelt alleen een andere
versnelling in als de wagensnelheid en het
motortoerental dit toelaten.
De benzinemotor kan ook worden uitgeschakeld in
de handmatige modus bij stilstand in het verkeer of
wanneer het gaspedaal wordt losgelaten.
Voor hybrideauto's blijft de optie om volledig
elektrisch te rijden (Normaal of Eco) ook behouden.
Voor plug-in hybrideauto's blijft de optie om volledig
elektrisch te rijden (Hybride of Elektrisch) ook
behouden.
Bij gebruik van de schakelflippers aan het
stuurwiel wordt de benzinemotor ook
opnieuw gestart.
Als veel tractie nodig is, kan de bestuurder de
e-Auto-stand uitschakelen via het touchscreen.
Regeneratief remmen
(remfunctie)
De functie voor regeneratief remmen bootst het
afremmen op de motor na en laat de auto afremmen
zonder dat de bestuurder het rempedaal hoeft in
te trappen. Wanneer de bestuurder het gaspedaal
loslaat, vertraagt de auto sneller.
De energie die wordt teruggewonnen bij het
loslaten van het gaspedaal wordt gebruikt om de
tractiebatterij gedeeltelijk op te laden.
Het gedeeltelijk opladen heeft geen effect
op het aangegeven laadniveau.
De auto remt af, maar de remlichten gaan
niet branden.
► Druk vanuit stand D op toets B om de functie in
of uit te schakelen.
D op het instrumentenpaneel wordt vervangen door
B.
De status van de functie wordt niet opgeslagen bij
het afzetten van het contact.
In bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld
bij een volledig opgeladen tractiebatterij of
extreme temperaturen) kan de mate van
regeneratief remmen tijdelijk worden beperkt
waardoor de auto minder sterk afremt.
De bestuurder moet goed op het verkeer letten
en waar nodig altijd onmiddellijk het rempedaal
kunnen intrappen.
Rijden
6
115