Rijden
De elektromotor heeft de volgende kenmerken:
– De motor levert extra koppel aan de transmissie,
waardoor de werking van de benzinemotor wordt
geoptimaliseerd.
– De kinetische energie wordt bij het afremmen
teruggewonnen en in elektrische energie omgezet,
die voor tractie of voor de elektrische accessoires
van de auto kan worden gebruikt.
– De 48V-tractiebatterij wordt opgeladen als het
laadniveau onvoldoende is.
– Volledig elektrisch rijden.
Deze functies zijn mogelijk dankzij de volgende
functies van de automatische stand van de auto:
– e-Boost.
– e-Creeping.
– e-Launch.
– e-Queueing.
– e-Parking.
Er is ook een handbediende functie waarmee het
herstarten van de benzinemotor onder het rijden kan
worden in- en uitgeschakeld: de stand e-Auto.
Als stand P of N bij een automatische
transmissie is geselecteerd, dan kan het
geluidsniveau in de motorruimte toenemen,
omdat de laadfase van de tractiebatterij wordt
gestart: dit is normaal en betekent niet dat er een
storing is.
114
Informatie op het
instrumentenpaneel
Wanneer het contact wordt aangezet, wordt de
status van de transmissie op het instrumentenpaneel
weergegeven:
P
Parkeren
R
Achteruitversnelling
N
Neutraalstand
D
Automatisch geselecteerde versnelling
vooruit (Hybride)
M1...6
Handmatig geselecteerde versnelling
vooruit (Hybride)
D1...7
Automatisch geselecteerde versnelling
vooruit (Plug-in hybride)
B1...7
Automatisch geselecteerde versnelling
vooruit met de functie regeneratief
remmen (Plug-in hybride)
De gekozen versnelling wordt ook weergegeven in
de Sport-stand.
Bij volledig elektrisch rijden wordt de ingeschakelde
versnelling echter niet aangegeven.
Bij het afzetten van het contact wordt de stand van
de transmissie nog enkele seconden weergegeven
op het instrumentenpaneel.
Werking
Alleen de verzoeken voor het veranderen van
de stand die correct uitvoerbaar zijn, worden
uitgevoerd.
Als de motor draait en het rempedaal moet worden
ingetrapt om de stand te kunnen wijzigen, wordt een
waarschuwingsmelding op het instrumentenpaneel
weergegeven.
Als bij draaiende motor en vrijgezette
parkeerrem stand R, D of M wordt
geselecteerd, zet de auto zich in beweging
zonder dat u het gaspedaal hoeft in te trappen.
Trap nooit tegelijkertijd op het gas- en het
rempedaal. Hierdoor kan de transmissie worden
beschadigd!
Als u het bestuurdersportier opent terwijl
stand N is ingeschakeld, dan klinkt er een
geluidssignaal en wordt stand P ingeschakeld.
Het geluidssignaal stopt wanneer het
bestuurdersportier is gesloten.
Bij snelheden lager dan 5 km/h wordt bij het
openen van het bestuurdersportier de stand
P ingeschakeld - kans op plotseling remmen!
Plaats bij een lege accu altijd het (de) met
het boordgereedschap meegeleverde
wielblok(ken) tegen een van de wielen om de
auto op zijn plaats te houden.
Bijzonderheden van de automatische
stand
Deze functies reageren op veelvoorkomende
rijsituaties waarbij de elektromotor beschikbaar is
om extra vermogen of emissieloos rijden te bieden.