Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Samson 3730 Inbouw- En Bedieningshandleiding pagina 84

Elektropneumatische klepstandsteller
Verberg thumbnails Zie ook voor 3730:
Inhoudsopgave

Advertenties

Codelijst
Code
Parameter– Aanwijzing,
Nr.
Waarde [fabrieksinstelling]
Belangrijk! Van * voorziene codes moeten voor de configuratie eerst worden vrijgegeven met code 3
27* Grenswaarde A2
No 0.0 ... 100.0 % van
werkgebied, [98.0 %]
ESC
28* Alarm Test
Leesrichting :
Standaard
[No]
RUN 1
RUN 2
RUN 3
ESC
29* Standmelder x/ix
[
]
ESC
30* Storingmelder ix
[No]
HI LO
ESC
31* Standmelder test
–10.0 ... 110.0 [defaultwaar-
de is de laatste getoonde
waarde van de standmelder]
% van werkgebied
ESC
Analoge standmelder: codes 29/30/31 kunnen alleen worden gekozen, wanneer de standmelder (optie) is ingebouwd.
3)
84
EB 8384-3 NL
Beschrijving
Bij overschrijden van de waarde gaat alarm 2 in de aangespro-
ken toestand.
Software-grenswaarde A2 wordt, gerelateerd aan het werkge-
bied, getoond of kan worden veranderd.
Test van de software-eindcontacten alarm A1 en A2 en het
storingsmeldcontact A3.
Wanneer de test wordt geactiveerd, dan schakelt het betreffende
Omgedraaid
contact vijfmaal.
[No]
RUN1/1 RUN: Software-eindcontact A1 op≥2,1mA
1 RUN
RUN2/2 RUN: Software-eindcontact A2 op≥2,1mA
2 RUN
RUN3/3 RUN: Storingsmeldcontact A3 op≤1,2 mA
3 RUN
ESC
Werkingsrichting van de standmelder, geeft uitgaande van de
3)
gesloten stand de toekenning van de slag-/hoekstand aan het
uitgangssignaal i aan.
Het werkgebied (zie code 8) van het ventiel wordt als 4 ...
20 mA signaal afgebeeld. Over- of onderschrijdingen kunnen
binnen de grenzen 2,4 ... 21,6 mA worden weergegeven.
Bij niet aangesloten klepstandsteller (gewenste waarde kleiner dan
3,6 mA) is het signaal 0,9 mA en in niet geïnitialiseerde
toestand 3,8 mA. Bij code 32 YES stuurt de klepstandsteller tijdens
de initialisatie of nulpuntsinregeling de waarde conform
code 30 uit, bij code 32 NO wordt bij lopende zelfinregeling 4
mA uitgestuurd.
Keuze, of en hoe storingen, die schakelen van het storingsmeld-
3)
contact veroorzaken, ook door de standmelderuitgangen moeten
worden gesignaleerd.
HI ix =21,6±0,1 mA of LO ix =2,4±0,1 mA
Test van de standmelder, waarden kunnen, gerelateerd aan het
3)
werkgebied, worden ingevoerd.
Lokaal wordt bij geïnitialiseerde klepstandsteller de momentele
momentele waarde als startwaarde gebruikt (soepele overgang in
testmodus). Bij de test via de software wordt de ingevoerde simu-
latiewaarde gedurende 30 s als standmeldsignaal uitgestuurd.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

3730-3

Inhoudsopgave