Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Samson 3730 Inbouw- En Bedieningshandleiding pagina 79

Elektropneumatische klepstandsteller
Verberg thumbnails Zie ook voor 3730:
Inhoudsopgave

Advertenties

Code
Parameter– Aanwijzing,
Nr.
Waarde [fabrieksinstelling]
Belangrijk! Van * voorziene codes moeten voor de configuratie eerst worden vrijgegeven met code 3
8*
x-bereik aanvang (slag-/
draaihoekbereik aanvang)
0.0 ... 80.0 % van het nom.
bereik, [0.0 %]
ESC
Opmerking:Specificatie in
mm of hoek °, wanneer code
4 is ingesteld.
9*
x-bereik einde (slag-/draai-
hoekbereik einde)
20.0 ... 100.0 % van het
nom. bereik, [100.0 %]
ESC
Opmerking:Specificatie in
mm of hoek °, wanneer code
4 is ingesteld.
10* x-grens onder (slag-/
draaihoekbegrenzing
onder)
[No]0.0 ... 49.9 % van werk-
gebied
ESC
11* x-grens boven (slag-/draai-
hoekbegrenzing boven)
50.0 ... 120.0 % van werk-
gebied, [100.0 %]
No
ESC
Beschrijving
Aanvangswaarde voor de slag/draaihoek in nom. resp. werkge-
bied.
Het werkgebied is de werkelijke weg/hoek van het regelventiel
en wordt door het x-bereik aanvang (code 8) en x-bereik
einde (code 9) begrensd.
Normaal gesproken zijn het werkgebied en het nom. bereik
hetzelfde.
Het nom. bereik kan door het x-bereik aanvang en het x-bereik
einde worden begrensd op het werkgebied.
Waarde wordt getoond resp. moet worden ingevoerd.
De karakteristiek wordt aangepast. Zie ook voorbeeld code 9 !
Eindwaarde voor de slag/draaihoek in nom. resp. werkgebied
Waarde wordt getoond resp. moet worden ingevoerd.
De karakteristiek wordt aangepast.
Voorbeeld:Als toepassing voor een gewijzigd werkgebied geldt
bijv. het beperkte bereik voor een te groot gedimensioneerd regel-
ventiel. Bij deze functie wordt het gehele resolutiebereik van de
gewenste waarde naar de nieuwe grenzen omgerekend. 0% op
het display komt overeen met de ingestelde onderste
grens en 100% met de ingestelde bovenste grens.
Begrenzing van de slag/draaihoek naar beneden op de inge-
voerde waarde; de karakteristiek wordt niet aangepast.
Er volgt geen aanpassing van de karakteristiek op het geredu-
ceerde bereik. Zie ook voorbeeld code 11.
Begrenzing van de slag/draaihoek naar boven op de ingevoerde
waarde; de karakteristiek wordt niet aangepast.
Voorbeeld: In veel toepassingen is het zinvol, de ventielslag te
begrenzen bijv. wanneer een bepaalde minimale doorstroming
aanwezig moet zijn of een bepaald maximaal niet mag worden
bereikt.
De onderste begrenzing moet met code 10 en de bovenste met
code 11 worden ingesteld.
Wanneer een dichtsluitfunctie is voorzien, dan heeft deze voor-
rang op de slagbegrenzing.
Bij No kan het ventiel met een gewenste waarde buiten het
bereik 4 ... 20 mA over de nom. slag worden open gestuurd.
Codelijst
79
EB 8384-3 NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

3730-3

Inhoudsopgave