Aanbouw op regelventiel – aanbouwdelen en toebehoren.
4
Aanbouw op regelventiel –
aanbouwdelen en toebeho-
ren
Waarschuwing!
Bij de montage van de klepstandsteller moet
de volgende procedure worden aangehou-
den:
1. Klepstandsteller op regelventiel bouwen
2. Pneumatische hulpenergie aansluiten
3. Elektrische hulpenergie aansluiten
4. Inbedrijfname-instellingen uitvoeren
De klepstandsteller is geschikt voor de
volgende aanbouwvarianten:
•
Directe aanbouw aan SAMSON-aandrij-
vingen Type 3277
•
Aanbouw aan aandrijvingen conform IEC
60534-6 (NAMUR-aanbouw)
•
Aanbouw aan microventiel type 510
•
Aanbouw op draaiaandrijvingen
OPGELET!
Houd bij de aanbouw op het regelventiel
de volgende instructies aan, om beschadi-
ging van de klepstandsteller te voorkomen.
– Voor het aanbouwen van de klepstand-
steller mogen allen de aanbouwdelen/
toebehoren uit de tabellen 1 t/m 5
(pagina 40 t/m 42) worden gebruikt.
Aanbouwvarianten aanhouden!
– Houd de toekenning van de hefboom
en stiftpositie aan (conf. slagtabellen,
pagina 19)!
18
EB 8384-3 NL
Hefboom en stiftpositie
Via de hefboom aan de achterkant van
de klepstandsteller en de op de hefboom
aangebrachte stift wordt de klepstandsteller
op de gebruikte aandrijving en de nominale
slag aangepast.
De slagtabellen op blz. 19 tonen het maxi-
male instelbereik op de klepstandsteller.
De realiseerbare slag op het ventiel wordt
bovendien door de gekozen veiligheidspo-
sitie en de benodigde veervoorspanning in
de aandrijving begrensd..
Standaard is de klepstandsteller uitgevoerd
met de hefboom M (stiftpositie 35).
Afb. 3 · Hefboom M met stiftpositie 35
Opmerking:wanneer de standaard gemon-
teerde hefboom M wordt vervangen, dan
moet de nieuw gemonteerde hefboom voor
aanpassing aan de interne meethefboom
eenmaal van aanslag tot aanslag worden
bewogen.