BEDIENINGSELEMENTEN
vmo2012-012-009_a
TYPISCH
1. Remhendelslot
2. Indrukken om het remslot te activeren
OPMERKING: Het remhendelslot kan
in verschillende standen worden ge-
zet.
WAARSCHUWING
De stand van het remslot kan va-
riëren naargelang de slijtage van
de remblokken.
Controleer of het voer-
MERK OP
tuig veilig ter plaatse blijft wanneer
het remslot is ingeschakeld.
Om het remslot te ontgrendelen:
Druk de remhendel in. De vergren-
deling moet automatisch terugkeren
naar zijn oorspronkelijke stand. De
remhendel moet terugkeren naar zijn
ruststand.
WAARSCHUWING
Let op dat u het remslot ontgren-
delt voordat u met het voertuig
vertrekt. Als het remslot INGE-
SCHAKELD is tijdens het rijden,
kan dit leiden tot beschadiging van
het remsysteem, een afname van
het remvermogen en/of brand.
______________
68
5) Rempedaal
Het rempedaal bevindt zich aan de
rechterkant van het voertuig naast de
motor.
Door deze pedaal in te drukken wor-
den de voor- en achterremmen geacti-
veerd.
vmo2012-012-015_a
1. Rempedaal
Wanneer deze wordt losgelaten moet
het rempedaal automatisch terugke-
ren naar zijn oorspronkelijke stand.
Het remeffect is evenredig met de
kracht die op de hendel wordt uitgeoe-
fend.
OPMERKING: Net als bij andere voer-
tuigen op wielen verschuift het ge-
wicht bij het remmen naar de voorwie-
len. Om efficiënter te kunnen stop-
pen, verdeelt het remsysteem meer
remkracht naar de voorwielen. Dit
beïnvloedt het rijgedrag en de bestu-
ring van het voertuig wanneer u bruusk
remt. Houd hier rekening mee bij het
remmen.
6) Schakelhendel
De schakelhendel zit aan de rechter-
kant van het voertuig naast de stuurko-
lom.