VOERTUIG BEREIKT MAXIMUMSNELHEID NIET (vervolg)
3. Luchtfilter/behuizing verstopt of vuil.
– Controleer de filter en reinig hem indien nodig.
– Controleer de afvoer van het luchtfilterhuis op vuilafzetting.
– Controleer de positie van de luchtinlaatleiding.
4. CVT vuil of versleten.
– Neem contact op met een erkende Can-Am dealer.
5. De motor draait in beschermingsmodus (Motormanagement noodpro-
gramma).
– Lees de meldingen op de multifunctionele display.
– Het motorverklikkerlichtje van de multifunctionele meter brandt en op de
display verschijnt MOTORSTORING of MOTORMANAGEMENT NOOD-
PROGRAMMA, neem contact op met een erkende Can-Am dealer.
SCHAKELHENDEL BEWEEGT STROEF
1. Het overbrengingsmechanisme staat in een stand waarin de schakelhen-
del niet kan werken.
– Schok het voertuig heen en weer om de tandwielen te bewegen, totdat de
schakelhendel kan worden verzet.
2. CVT vuil of versleten.
– Neem contact op met een erkende Can-Am dealer.
HET TOERENTAL STIJGT MAAR HET VOERTUIG BEWEEGT NIET
1. De transmissie staat in de PARKEER-stand (P) of in NEUTRAAL (N).
– Schakel naar de stand R, HI of LO.
2. CVT vuil of versleten.
– Neem contact op met een erkende Can-Am dealer.
3. Water in de CVT-behuizing.
– Neem contact op met een erkende Can-Am dealer.
RICHTLIJNEN VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
______________
141