ONDERHOUDSPROCEDURES
Laat de werking van het koelsysteem
controleren door een erkende Can-Am
dealer.
Motorkoelvloeistof
Controle motorkoelvloeistofpeil
WAARSCHUWING
Controleer het koelvloeistofpeil
wanneer de motor koud is. Voeg
nooit koelvloeistof bij in het koel-
systeem terwijl de motor heet is.
Plaats het voertuig op een vlakke on-
dergrond.
Verwijder de meterhouder.
Wanneer het voertuig op een vlak op-
pervlak staat moet het vloeistofpeil
tussen de MIN. en MAX. merktekens
van het koelmiddelreservoir staan.
vmo2012-014-019_a
1. Motorkoelvloeistofreservoir
OPMERKING: Wanneer u het peil
controleert bij een temperatuur van
minder dan 20°C, mag het iets onder
het MIN. merkteken liggen.
Vul waar nodig koelvloeistof bij tot aan
de MAX-markering.
______________
106
WAARSCHUWING
Verwijder de dop van het koel-
vloeistofreservoir niet als de mo-
tor warm is.
Gebruik een trechter om morsen te
vermijden. Vul nooit te veel bij.
Sluit de dop van het reservoir opnieuw
en draai hem stevig aan.
Plaats de meterhouder terug.
WAARSCHUWING
Verwijder de radiatordop niet ter-
wijl de motor warm is, om brand-
wonden te voorkomen.
OPMERKING: Als u vaak koelvloeistof
aan uw koelsysteem moet toevoegen
wijst dit op lekkage of motorproble-
men. Raadpleeg een erkende Can-Am
dealer.
Berg nooit voorwerpen
MERK OP
op onder de meterhouder.
Aanbevolen motorkoelvloeistof
Gebruik altijd ethyleenglycolantivries
met anticorrosiemiddel, speciaal be-
stemd voor aluminium interne verbran-
dingsmotoren.
Vul het koelsysteem met BRP VOOR-
GEMENGD
KOELMIDDEL
NR. 219 700 362) of met gedestilleerd
water en een antivriesoplossing (50 %
gedestilleerd water, 50 % antivries).
Vervanging motorkoelvloeistof
Koelsysteem aftappen
Verwijder de meterhouder.
Verwijder de dop van het koelvloei-
stofreservoir.
(STUK-