PRIMAIRE BESTURINGSELEMENTEN
1. Schakelhendel
2. Parkeren
3. Achteruit
4. Neutraal
5. Hoog toerental (vooruit)
6. Laag toerental (vooruit)
Het voertuig moet gestopt worden
en de remmen moeten ingescha-
keld worden voor u een versnelling
kiest.
OPMERKING
Deze versnellings-
bak is niet ontworpen om te
schakelen tijdens het rijden.
Parkeren
In de parkeerstand wordt de ver-
snellingsbak vergrendeld om te
helpen voorkomen dat het voertuig
beweegt.
WAARSCHUWING
Gebruik de PARKEER-stand (P)
altijd wanneer het voertuig niet
in gebruik is. Als de schakelhen-
del niet in de P (PARKEER-
stand) staat, kan het voertuig
bewegen.
De schakelhendel kan met een
sleutel worden vergrendeld in de
PARKEER-stand (P), zodat ongeoor-
loofd gebruik van het voertuig niet
mogelijk wordt.
48
NORMAAL: SCHAKELHENDEL KAN IN
PARKEERSTAND WORDEN VASTGEZET
1. Vergrendelsleutel schakelhendel
Bij het voertuig worden er twee
vergrendelsleutels geleverd.
WAARSCHUWING
De schakelhendel moet worden
vergrendeld wanneer het voer-
tuig in de PARKEER-stand (P)
staat en onbewaakt is.
Achteruit
In de stand achteruit kan het voer-
tuig achteruit rijden.
OPMERKING: In achteruit wordt
het motortoerental begrensd,
waardoor het voertuig niet snel
achteruit kan rijden.
WAARSCHUWING
Als u in achteruit een helling
afrijdt, kunt u de ingestelde
snelheidslimiet in achteruit toch
overschrijden door de zwaarte-
kracht.
Neutraal
De neutrale stand schakelt de ver-
snellingsbak uit.