RICHTLIJNEN VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
4. Water in de CVT
-
Tap het water in de CVT af. Raadpleeg het hoofdstuk SPECIALE
PROCEDURES.
5. CVT vuil of versleten.
Neem contact op met een erkende Can-Am dealer.
-
6. Gebrek aan brandstof.
-
Vuile of verstopte voorfilter van de brandstofpomp. Raadpleeg een
erkende Can-Am dealer.
7. De motor draait in terugkeermodus.
-
Lees de meldingen op de multifunctionele display.
-
Het motorverklikkerlichtje MOTORSTORING van de multifunctionele
meter brandt en op de display verschijnt MOTORMANAGEMENT
NOODPROGRAMMA, neem contact op met een erkende Can-Am
dealer.
OVERVERHITTING VAN DE MOTOR
1. Koelvloeistof in het koelsysteem op een laag peil.
-
Controleer het koelmiddelpeil en vul bij. Zie het hoofdstuk ONDER-
HOUDSPROCEDURES. Raadpleeg zo snel mogelijk een erkende
Can-Am dealer.
2. De koelventilator werkt niet.
-
Controleer of de koelventilator niet geblokkeerd is en goed werkt.
Controleer de ventilatorzekering. Zie ZEKERINGEN in het hoofdstuk
-
ONDERHOUDSPROCEDURES.
3. Vuile radiatorvinnen.
Controleer en reinig de radiatorvinnen. Zie het hoofdstuk ONDER-
-
HOUDSPROCEDURES.
MOTOR WEIGERT
1. Bougie vuil/beschadigd/versleten.
Vervang de zekeringen indien nodig.
-
2. Water in de brandstof.
-
Tap het brandstofsysteem af en hervul het met verse brandstof.
HET TOERENTAL STIJGT MAAR HET VOERTUIG BEWEEGT NIET
1. Water in de CVT.
-
Tap het water in de CVT af. Zie het hoofdstuk SPECIALE PROCE-
DURES.
2. CVT vuil of versleten of riem defect.
Neem contact op met een erkende Can-Am dealer.
-
142