ONDERHOUDSPROCEDURES
1. Dunne laag olie aanbrengen
2. Dunne laag olie aanbrengen
Plaats het deksel over de motor.
Draai de schroeven op het oliefilter-
deksel aan tot het aanbevolen aan-
draaimoment.
AANDRAAIMOMENT
Schroeven van het
oliefilterdeksel
Radiator
Inspectie en reiniging van de
radiator
Controleer af en toe of de omge-
ving van de radiator schoon is.
1. Radiator
Inspecteer de radiator en slangen
op lekkage of andere schade.
Inspecteer de radiatorvinnen. Ze
moeten schoon zijn, vrij van mod-
der, vuil, bladeren en andere veront-
104
10 N•m ± 1 N•m
reinigingen die de koelprestatie van
de radiator in het gedrang kunnen
brengen.
Spuit de radiatorvinnen schoon met
een tuinslang, indien mogelijk.
LET OP Maak de radiator nooit
schoon met uw handen terwijl hij
nog heet is. Laat de te reinigen ra-
diator eerst afkoelen.
OPMERKING
Let op dat u de ra-
diatorvinnen niet beschadigt bij
de reiniging. Gebruik geen werk-
tuigen/voorwerpen die de vinnen
kunnen beschadigen. Spuit ze
enkel schoon onder lage druk.
Gebruik nooit een HOGEDRUK-
REINIGER.
Motorkoelvloeistof
Controle motorkoelvloeistofpeil
WAARSCHUWING
Controleer het koelvloeistofpeil
wanneer de motor koud is.
1. Plaats het voertuig op een vlak-
ke ondergrond.
2. Verwijder het onderhoudsdek-
sel.
3. Verwijder de drukdop.
WAARSCHUWING
Verwijder de drukdop niet ter-
wijl de motor warm is, om
brandwonden te voorkomen.